1HV 30/3

Bonjour à tous!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Bonjour à tous!

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les
Aan het einde van de les: 
  • kan de leerling uitleggen wat het bijvoeglijk naamwoord is. 
  • kan de leerling het bijvoeglijk naamwoord herkennen en gebruiken in een zin.

Slide 2 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?

- Corriger l'exercice 8 f + g + h
- Grammaire II Extra

Slide 3 - Slide

De uitgangen van het bijvoeglijk naamwoord:
les formes de l'adjectif 
Een bijvoeglijk naamwoord krijgt:
Niets als het zelfstandig naamwoord mannelijk enkelvoud is 
Een ‘e’ als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk enkelvoud is
Een ‘s’ als het zelfstandig naamwoord mannelijk meervoud is 
Een ‘es’als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk meervoud is

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord komt achter het zelfstandig naamwoord !
Bijvoorbeeld: een rood boek --> un livre rouge
een boek = un livre ( mannelijk enkelvoud)
rood = rouge
de rode boeken --> les livres rouges
de boeken = les livres (mannelijk meervoud)
zwarte boeken: des livres noirs

Slide 6 - Slide

Vertaal!
De blauwe fiets.     Le vélo bleu
De blauwe fietsen. les vélos bleus

Het Franse meisje.  La fille française
De Franse meisjes.  Les filles françaises


Slide 7 - Slide

! Attention !
une jolie fille     un grand acteur      une petite chambre     une bonne note
un beau chien     une nouvelle amie     un vieux livre 

-> Deze bijvoeglijke naamwoorden staan VOOR het zelfstandig naamwoord

! bon, beau, nouveau & vieux hebben een eigen vrouwelijke vorm:

-bon -> bonnes
-beau -> belles
-nouveau -> nouvelles
-vieux -> vieilles


Slide 8 - Slide

Nous avons une voiture rouge..................... (rouge)
 Ma copine porte des chaussures(v) noires........................ (noir)
 J'adore les haricots(m) verts ............... (vert)
 La langue francaise.............................. (français) est très important.
 Mon appartement a des murs(m) gris...................... (gris)
Je regarde un film interessant .......................(intéressant)

Slide 9 - Slide

Vóór of achter het zelfstandig naamwoord?
Il est un garçon francais .........................(français)
C'est une .................... idée .....................(mauvais)
J'ai mange une ................. pomme.......................(vert)
Marie a deux petits frères.......................(petit)
Elles sont des  ...................filles.......................(beau)

Slide 10 - Slide

Grammaire II Extra
• Tijd: jullie krijgen 5 minuten de tijd.
• Hulp: als er vragen zijn steek je je hand op.
• Uitkomst: We gaan het klassikaal bespreken.
• Eerder klaar?  Ga door met exercice 16 G
• Wat: Faire l'exercice 16 F à la page 46

Slide 11 - Slide

Grammaire II
• Tijd: jullie krijgen 5 minuten de tijd.
• Hulp: als er vragen zijn steek je je hand op.
• Uitkomst: We gaan het klassikaal bespreken.
• Eerder klaar?  Ga door met exercice 16 H
• Wat: Faire l'exercice 16 G à la page 46

Slide 12 - Slide

Les devoirs
afmaken: 16 H (blz. 47)
leren: apprendre 1 t/m 5

Slide 13 - Slide