H3.3 2022

Programma 
  • Terugblik vorige les 
  • Doelen van deze les 
  • Uitleg paragraaf 3.3
  • Aan het werk (keuze) --> exitticket
  • Afronding van deze les 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Programma 
  • Terugblik vorige les 
  • Doelen van deze les 
  • Uitleg paragraaf 3.3
  • Aan het werk (keuze) --> exitticket
  • Afronding van deze les 

Slide 1 - Slide

Om welke reden(en) sparen mensen?
A
Doel
B
Voorzorg
C
Rente
D
Alle drie

Slide 2 - Quiz

Doelen van deze les 
  • Om welke reden lenen mensen?
  • Je kunt berekenen wat de kosten van een lening zijn .
  • Je weet welke soorten leningen er zijn. 
  • Is lenen altijd verstandig?

Slide 3 - Slide

Waarom lenen mensen?

Slide 4 - Slide

Reden 1: 
Je hebt een tijdelijk geldtekort

Slide 5 - Slide

Reden 2: Je wilt nu een duurzaam consumptiegoed kopen en dit niet uitstellen. 

Slide 6 - Slide

Reden 3: je hebt een tegenvaller.

Slide 7 - Slide

Reden 4: je wilt een huis kopen

Slide 8 - Slide

Lenen
Je maakt gebruik van het geld van een ander. 

Lening terugbetalen: aflossing
Vergoeding lening: rente 

Rente + Aflossing = kredietkosten

Slide 9 - Slide

Consumptief krediet 
Lening afsluiten voor het kopen van duurzame consumptiegoederen. 
  • Persoonlijke lening: je leent een vast bedrag, met een vaste rente, voor een vaste periode. 
  • Doorlopend krediet: je leent een vast bedrag, je kunt dit tussentijds aflossen en tot dat bedrag weer opnemen.

Lening afsluiten voor alle aankopen. 
  • Salariskrediet: je kunt rood (negatief) staan op je rekening. 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Aankoop in termijnen
In sommige winkels kun je een aankoop in termijnen doen. Je kunt dan de betaling in delen voldoen. 

  • Koop op afbetaling: je moet betalen in termijnen, maar je bent wel direct eigenaar. 
  • Huurkoop: je moet betalen in termijnen, maar je bent pas eigenaar als je iedere euro hebt voldaan. 
  • Lease: je huurt een product en moet hiervoor maandelijks een bedrag betalen. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Lenen voor een huis: hypotheek
Onderpand

Slide 14 - Slide

Is lenen altijd slim? 
Kijk altijd naar: looptijd en het doel van de lening. 

Slide 15 - Slide

Bram heeft geen geld meer en gaat geld lenen. Hij kiest een persoonlijke lening, omdat:
A
De looptijd, rente en het leenbedrag vast staan.
B
De looptijd en het leenbedrag NIET vast staan
C
Hij zijn lening altijd kan opnemen tot een vast bedrag.
D
Deze lening is alleen voor hem en niet voor anderen.

Slide 16 - Quiz

Bram gebruikt de lening voor het aanschaffen van een fotocamera (10.000 euro), hiermee kan hij 1.000 euro per week verdienen. Is deze lening slim?
A
Ja
B
Nee

Slide 17 - Quiz

Sophie ziet een extra zakcentje wel zitten. Ze gaat lenen voor een nieuwe laptop om te gamen. Is dit slim?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Ronny wil geld lenen om een auto te kopen. Zonder auto kan hij niet werken. De lening loopt 15 jaar.
Is dit slim?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quiz

Keuzewerk


Je kunt aan de slag met de volgende keuzes: 

  • Huiswerk maken, par. 3.3: 1 t/m 12.
  • Oefenen Quizlet
  • Maken eigen samenvatting 
  • Eigen keuze: in overleg met Tobias 
timer
10:00
H1 en H2 af? 
Kom aftekenen. 

Slide 20 - Slide

Afronding van deze les 
  • Om welke reden lenen mensen?
  • Je kunt berekenen wat de kosten van een lening zijn .
  • Je weet welke soorten leningen er zijn. 
  • Is lenen altijd verstandig?

Slide 21 - Slide

Tot volgende week!

Slide 22 - Slide