Aan de slag met 11.1 of met extra oefeningen H10 (voor afsluiting).
Onderwerpen voor SO:H1 t/m H3.
Slide 2 - Slide
Legering
Legering: (een gestold) metaalmengsel. De legering heeft vaak andere eigenschappen dan de metalen waaruit die legering gemaakt is. Vaak is het veel harder.
Slide 3 - Slide
Legeringen
NOTEER & LEER
zuiver
metaal
legering
(alliage)
macro
micro
zijn harder
atomen niet even
groot --> rijen ver- schuiven slechter
hebben lager smelt-punt
metaalrooster minder regelmatig,
metaalbinding is zwakker
Slide 4 - Slide
Bouw metaalrooster
De elektronen in de buitenste schillen van een metaalatoom zitten relatief los (ver van de kern)
Als (negatieve) elektronen losraken van het metaalatoom, blijft een positieve atoomrest achter
De elektronen kunnen door los door het metaalrooster ‘zwemmen’
Slide 5 - Slide
Metaalbinding
Is een metaalbinding sterk of zwak?
Hoe kan dat?
Slide 6 - Slide
Metaalbinding
Is een metaalbinding sterk of zwak?
->Zeer sterke binding
Hoe kan dat?
-> De negatieve elektronen en positieve atoomresten trekken elkaar als magneten aan
Slide 7 - Slide
Stroomgeleiding
Slide 8 - Slide
Vervormbaarheid van metalen
Slide 9 - Slide
corrosie tegengaan
vorming van een oxidelaagje.
koper -> koperhydroxide of kopercarbonaat
aluminium -> aluminiumoxide
, tin -> tinoxide
chroom-> chroomoxide
zink -> zinkoxide
Slide 10 - Slide
Aan de slag
B: 9, 11, 13, 16
Daarnaast extra oefeningen condensatie / hydrolyse examens.