Geboorte en ontwikkeling basis klas EF

Geboorte 
leerdoel
  • Je kunt beschrijven welke fase tijdens de geboorte worden doorlopen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Geboorte 
leerdoel
  • Je kunt beschrijven welke fase tijdens de geboorte worden doorlopen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

3 fasen
De geboorte bestaat uit 3 fasen:

- De ontsluiting
- De uitdrijving
- De nageboorte

Slide 4 - Slide

De ontsluiting
  • De bevalling begint met weeën
  • Weeën zijn samentrekkingen van de baarmoederwand. 
  • Door de weeën wordt de onderkant van de baarmoeder wijder.
  • Dat heet ontsluiting.
  • Tijdens de ontsluiting breken de vruchtvliezen. 
  • Vruchtwater vloeit via de vagina weg.
  • De ontsluiting moet groot genoeg zijn om het hoofdje erdoor te laten. 

Slide 5 - Slide

De uitdrijving
De weeën worden steeds krachtiger. 
De spieren in de buikwand gaan zich nu ook samentrekken. 
Door de persweeën wordt het kindje naar buiten geperst. 
Dit heet uitdrijving.
De uitdrijving kan een paar seconden duren, maar ook een paar uur. 

Slide 6 - Slide

Bij de baby
  • Eerst worden restjes slijm uit de mond van de baby gehaald zodat hij/zij goed kan ademhalen. 
  • Dan wordt de navelstreng afgeklemd en doorgeknipt. 
  • De baby begint meteen te huilen. Dat is prima! dan is de ademhaling goed op gang gekomen. 

Slide 7 - Slide

fase 3: de nageboorte
Na de uitdrijving is het kindje wel geboren, maar de bevalling is nog niet helemaal klaar.
Er moeten nog 3 delen uitgedreven worden. 
de placenta - de vruchtvliezen - de rest van de navelstreng
Dit noemen we de nageboorte.
Deze komt ongeveer 15 minuten na de geboorte van het kindje. 

Slide 8 - Slide

Na de geboorte

Slide 9 - Slide

De navelstreng
Het restje van de navelstreng droogt uit. Dit duurt ongeveer een week. Daarna valt dit er af. 
Hierdoor ontstaat bij het kind een litteken op de buik. 
Dit is de navel.

Slide 10 - Slide

normale ligging
(hoofdje komt eerst) 

stuitligging
(kontje of voetjes van baby komen eerst) 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

De juiste volgorde van de geboorte
Weeën -> Ontsluiting -> Persweeën -> Uitdrijving
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Hoe ligt een kind meestal vlak voor de geboorte?


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 14 - Quiz

na de geboorte krijgt een baby voedingstoffen via de
A
kont
B
navelstreng
C
mond
D
neus

Slide 15 - Quiz

De eerste stap van de geboorte is de ontsluiting
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 16 - Quiz

Zet de volgende fasen van de geboorte in de juiste volgorde:
Ontsluiting
Indaling
Uitdrijving
Nageboorte

Slide 17 - Drag question



Welke fase van de geboorte
zie je op de afbeelding?
A
weeën
B
nageboorte
C
ontsluiting
D
uitdrijving

Slide 18 - Quiz

ontwikkeling
leerdoel
  • je kunt de gemiddelde leeftijden en voorbeelden van ontwikkeling bij de levensfase van de mens noemen

Slide 19 - Slide

het leven van de mens
De levensloop van de mens bestaat uit een aantal fasen: levensfasen. 

Tijdens je leven heb je:
- lichamelijke ontwikkeling: groei en ontwikkeling; ongeveer tot je 18e jaar
- geestelijke ontwikkeling: gaat hele leven door

Slide 20 - Slide

Levenscyclus van de mens:
Bevruchting → geboorte → ontwikkeling → dood 

Slide 21 - Slide

groei en ontwikkeling van een man

Slide 22 - Slide

levensfase van de mens

Slide 23 - Slide

Een peuter is de eerste levensfase van een mens
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

In welke levensfase leert een mens lezen, schrijven en rekenen?
A
Peuter
B
Kleuter
C
Schoolkind
D
Puber

Slide 25 - Quiz

Een mens 6-12 jaar zit in de levensfase:
A
Baby
B
Puber
C
Kind
D
Kleuter

Slide 26 - Quiz

Is de volgende bewering waar of niet waar?

De geestelijke groei stopt als je ongeveer 18 jaar oud bent.
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

Niet alle mensen maken een volledige geestelijke of lichamelijke ontwikkeling door.

Wat zijn hiervoor twee mogelijke oorzaken?
A
Een handicap of ziekte kan de lichamelijke groei verstoren
B
mannen blijven altijd pubers
C
sommige mensen blijven voor altijd jong
D
sommige mensen hebben een oude ziel

Slide 28 - Quiz