This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Les 33
Slide 1 - Slide
titel
Waar gaat de tekst over?
Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 2 - Slide
fictieopdracht
raul guillian krystian
Slide 3 - Slide
Wat is het onderwerp van de tekst?
Slide 4 - Open question
Wat is de inleiding van de tekst? Noem de regelnummers
Slide 5 - Slide
Wat is de inleiding van de tekst? Noem de regelnummers
Slide 6 - Open question
Hoe probeert de schrijver jou te verleiden om de tekst te lezen?
Slide 7 - Slide
Hoe probeert de schrijver jou te verleiden om de tekst te lezen?
Slide 8 - Open question
Wat is oxycotine?
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Wat is oxycotine?
Slide 11 - Open question
Komt er oxycotine vrij bij het aaien van alle soorten huisdieren?
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Komt er oxycotine vrij bij het aaien van alle soorten huisdieren?
Slide 14 - Open question
Wat is antropomorfiseren?
Slide 15 - Slide
Wat is antropomorfiseren?
Slide 16 - Open question
Wat is het verband tussen antropomorfiseren en prehistorische jagers?
Slide 17 - Open question
Wat bedoelt Nienke Endenburg met we moeten niet alles wat we voelen projecteren op ons huisdier?
projecteren= zo vervuld zijn van je eigen gedachten dat je denkt dat iemand anders hetzelfde denkt vb: mijnheer Van der Post projecteert zijn afkeer van honden op mij
Slide 18 - Slide
Wat bedoelt Nienke Endenburg met we moeten niet alles wat we voelen projecteren op ons huisdier?
Slide 19 - Open question
Waarom is het voor eenzame mensen belangrijk dat zij een huisdier hebben?
sociale steun= wat te maken heeft met hoe mensen met elkaar omgaan
Slide 20 - Slide
Waarom is het voor eenzame mensen belangrijk dat zij een huisdier hebben?
Slide 21 - Open question
De kern begint bij regel 7. Tot welke regel loopt de kern?
Slide 22 - Slide
Tot welke regel loopt de kern?
Slide 23 - Open question
Welke regels is het slot?
Slide 24 - Open question
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Is het slot een samenvatting, conclusie of een prikkelende stelling?