Introductie tijdvak 4

1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programma

Kort overzicht tijdvak 4 
1. Kahoot
2. Keuzes in wat je wil doen om je voor te bereiden voor de toets
3.Oefentoets


Slide 2 - Slide

SE

Tijdvak 1
tijdvak 2
tijdvak 3
ijdvak 4
Tijdvak 4

4.1 Opkomst van steden
4.2 stedelijke burgerij
4.3 staatsvorming en centralisatie
4.4 kerk en staat
4.5 christelijk Europa en de buitenwereld

Slide 3 - Slide

Tijdlijn 
Prehistorie 
300.000 tot 3000 v.Chr. 
 
Oudheid 
3000 v.Chr. tot 500 n.Chr.
Vroege middeleeuwen
500 - 1000 
Hoge/late middeleeuwen
 1000 - 1500  

Slide 4 - Slide

Situatie rond het jaar 1000
Economisch: hofstelsel
Politiek: feodaal stelsel
Cultureel: geloof heel belangrijk
Sociaal: standenmaatschappij

Slide 5 - Slide

Kenmerken periode 1000-1500
Kenmerkende aspecten
13. De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
14. De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
15. Het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben.
16. De expansie van de christelijke wereld naar buiten toe, onder andere in de vorm van de kruistochten.
17. Het begin van staatsvorming en centralisatie.

Slide 6 - Slide

Opdracht
Neem de samenvatting door van tv 4
Geef aan waar je nog uitleg over zou willen.

Slide 7 - Slide

Wat wil je nu doen (voor geschiedenis natuurlijk)
Samenvatting maken
oefentoets maken
opdrachten uit het boek maken
kahoot
een planning maken
Opschrijven wat ik nog niet weet
kenmerkende aspecten doornemen
ergens uitleg over

Slide 8 - Poll

Keuze
1) Maak een snelle mindmap / kapstok van dit hoofdstuk.
2) Start met het samenvatten van hoofdstuk 4.1
3) Maak opdrachten 4.1 2/3/6/15

Slide 9 - Slide

Opfrissen kennis

Slide 10 - Slide

Het nadeel van het feodalisme is dat....
A
de koning zijn geleende land niet meer terugkrijgt
B
de koning een deel van zijn macht weggeeft
C
de koning heel arm wordt
D
zijn ambtenaren moet ontslaan

Slide 11 - Quiz

Wat is autarkie?
A
Afhankelijk zijn van anderen
B
Dat je op 1 plek leeft
C
Dat 1 iemand alle macht heeft
D
Zelfvoorzienend zijn

Slide 12 - Quiz

Wat past niet bij het feodalisme?
A
Koning regeert in het hele land
B
Leenmannen lenen van de leenheer
C
De koning krijgt hulp bij het bestuur
D
Leenmannen helpen de leenheer

Slide 13 - Quiz

De juiste volgorde van de standenmaatschappij:
A
boeren, ridders, monniken
B
nonnen, ridders, vissers
C
monniken, vissers, boeren
D
monniken, adel, ridders

Slide 14 - Quiz

Wat is een hofstelsel?
A
Een economische systeem in de middeleeuwen: waarin boeren werkten op grond van een heer.
B
Een politiek systeem: waarin de leenmannen trouw zwoeren aan de leenheer.
C
Een economische systeem in de middeleeuwen: waarin boeren productn vervaardigden voor een markt.
D
Een politiek systeem: waarin leenmannen voedsel produceerden op hun domein voor de leenheer.

Slide 15 - Quiz

De standenmaatschappij is begonnen in:
A
De renaissance
B
De middeleeuwen
C
De verlichting
D
De agrarische revolutie

Slide 16 - Quiz

Opdracht
https://geschiedenisendidactiek.wp.hum.uu.nl/wp-content/uploads/sites/440/2019/02/Tijdvak-4-%C2%BD-F.v.Alebeek.pdf

Maar dan tv 3 en 4 

Slide 17 - Slide