This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
4BBL/4KBL Hoofdstuk 5
Rekenen, meten en schatten
Start je laptop op!
Leg boek 2 vast op je tafel
Slide 1 - Slide
Onderwerpen dit hoofdstuk
4BBL/KBL
Getallenlijn (positief en negatief)
Grote getallen
Afronden
Breuken en Procenten
Lengte, oppervlakte, inhoud, gewicht, informatie, munteenheden, tijd en snelheid omrekenen
Rekenen met bovenstaande onderwerpen
Prijzen vergelijken
Gemiddelde berekenen
4KBL
Promille
Verhoudingen
Wetenschappelijke notatie
Volgorde van bewerkingen
Slide 2 - Slide
Op 21 februari was de luchttemperatuur 5 graden. Er stond een matige wind. Wat was de gevoelstemperatuur?
A
-22
B
-15
C
-8
D
0
Slide 3 - Quiz
Met mijn gezin wil ik seizoenkaarten hebben. Mijn gezin bestaat uit mij en mijn man en 2 kinderen van 11 en 13 jaar. Hoeveel moet ik betalen?
Slide 4 - Open question
Schrijf 5,25 miljoen voluit in cijfers.
Slide 5 - Open question
94 leerlingen met 5 docenten gaat naar het Openluchtmuseum. Ze gaan met busjes, in 1 busje passen 23 personen. Met hoeveel busjes moeten ze gaan?
Slide 6 - Open question
Een bloemkool kost €1,50 excl. BTW. Bereken de prijs inclusief 9% BTW.
Slide 7 - Open question
Stefan huurt een studentenkamer voor €262,50 per maand. In januari wordt de huur verhoogd met 3,5%. Bereken de nieuwe huurprijs.
Slide 8 - Open question
De prijs van een blokje cola is verhoogd van €0,45 naar €0,50. Met hoeveel procent is de prijs verhoogd?
Slide 9 - Open question
Als je gaat fietsen, wat is dan de gemiddelde snelheid? (vuistregel fietsen)
A
10km/u
B
12km/uur
C
15km/u
D
20km/u
Slide 10 - Quiz
Ik ga 2,5uur fietsen. Hoeveel km heb ik dan ongeveer gefietst?
A
30km
B
32,5km
C
35km
D
37,5km
Slide 11 - Quiz
Hui heeft 1750 Chinese yuan nodig. Hoeveel euro betaalt hij daarvoor?
Slide 12 - Open question
De hond van Eva eet 350gram brokken per dag. In 1 zak hondenvoer zit 15kg. Hoeveel dagen kan ze hiermee doen?
Slide 13 - Open question
Luke heeft nog 1,45GB ruimte op zijn telefoon. Één foto is 4MB. Hoeveel foto's kan hij nog op zijn telefoon zetten? Gebruik 1GB = 1000MB
Slide 14 - Open question
Hoeveel weegt een volwassen persoon?
A
70kg
B
75kg
C
80kg
D
85kg
Slide 15 - Quiz
Tik in op je rekenmachine:..... x 1320 =
65
A
220
B
1100
C
1584
D
39600
Slide 16 - Quiz
Hoe laat is het in Beijing als het in Nederland 11:00uur is?
A
18:00uur
B
19:00uur
C
20:00uur
D
21:00uur
Slide 17 - Quiz
Voor de bouw van de Arena zijn veel materialen gebruikt: vijfenzeventigduizend kubieke meter beton en 9000 ton staal. Hoeveel kg staal is er gebruikt in de Arena?
Slide 18 - Open question
Hoeveel km/uur is 11,2m/s?
Slide 19 - Open question
Het dak van de Arena kan gesloten worden. De opening van het dak is 80m. het sluiten van het dak duurt 35 minuten. bereken de snelheid van het sluiten in m/s. Rond af op 2 decimalen.
Slide 20 - Open question
Sven schaatst met een snelheid van 13,9m/s. Hoeveel seconden doet hij over de 500m? Rond af op 2 decimalen.
Slide 21 - Open question
Marcel koopt een weiland van 2,7ha. Hoeveel ...... is dat?
m2
Slide 22 - Open question
Hoeveel ml is 8dl?
Slide 23 - Open question
Een Nederlander gebruikt 119 liter water per dag. Hoeveel gebruikten alle Nederlanders samen per dag? Schrijf je antwoord met alleen cijfers.
m3
Slide 24 - Open question
Welke kattenbrokken zijn in verhouding het voordeligst?
Slide 25 - Open question
Bereken de gemiddelde minimumtemperatuur van deze week.
Slide 26 - Open question
Slide 27 - Slide
kbl: Schrijf 2450000 in de wetenschappelijke notatie.
Slide 28 - Open question
KBL: Bereken 1,7% van €400 000
Slide 29 - Open question
KBL: Voor het maken van paarse verf meng je 4 delen rood met 6 delen blauw. Hoeveel ml blauw heb je nodig voor 2 liter verf?
Slide 30 - Open question
KBL: Voor het maken van paarse verf meng je 4 delen rood met 6 delen blauw. Hoeveel procent rode verf heb je nodig?
Slide 31 - Open question
Hoofdstuk 5
Bekijk de theorievlakken 5A t/m 5W. Geef bij je docent aan welk onderdeel je nog extra uitleg of opdrachten over wilt.
Maak de oefentoets via de digitale methode.
Maak de examenopgaven vanaf blz. 46.
Ga in de online methode naar Examensprint > Gericht trainen > Rekenen, meten, schatten.