3.2 Socialisatie

afd
3.2 Socialisatie
Pak je spullen: boeken + schrift

Leg je huiswerk open op tafel

Laptop in de tas
1 / 23
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

afd
3.2 Socialisatie
Pak je spullen: boeken + schrift

Leg je huiswerk open op tafel

Laptop in de tas

Slide 1 - Slide

3.2 socialisatie
Doelen:
  • Je kunt uitleggen wat socialisatie is, hoe dit proces verloopt en er voorbeelden van geven.
  • Je kunt voorbeelden van sociale controle geven en herkennen.
  • Je weet wat internalisatie is.

Slide 2 - Slide

Huiswerk voor vandaag
1. Wat is socialisatie?
2. Hoe socialiseer je?
3. Wat is sociale controle en geef er een positief en negatief voorbeeld van

Wissel je antwoorden uit
Klassikaal willekeurig gekozen duo's
timer
2:00

Slide 3 - Slide

3.2 Socialisatie
Waar vindt het plaats? 
  • in het gezin / familie
  • op school
  • bij de sportclub
  • vrienden/vriendinnen
  • via het geloof
  • via de media
  • door de overheid
Het bewust aanleren van normen, waarden en gewoontes die bij jouw groep of samenleving horen (het leren van cultuur).
Het doel van socialisatie is om de omgang tussen mensen soepel te laten verlopen, zodat je weet wat van jou verwacht wordt en wat je van anderen kunt verwachten.

Slide 4 - Slide

3.2 Socialisatie
Waar vindt het plaats?
in het gezin / familie
op school
bij de sportclub
vrienden/vriendinnen
via het geloof
via de media
door de overheid

  • Opdracht: bedenk vier personen die betrokken zijn bij de socialisatie van een kind van 12 jaar
  • Stelling: media zoals televisie en internet beïnvloeden je gedrag en ideeën. Eens of oneens? En waarom?

timer
1:00

Slide 5 - Slide

Aangeboren en aangeleerd?
Gedrag is voor een deel aangeboren en voor een deel aangeleerd.



 


Aangeboren 
Het maken van klanken, talent
Aangeleerd
Een taal spreken, doorzettingsvermogen

Slide 6 - Slide

Aangeleerde eigenschappen
Eigenschappen die je aangeleerd zijn door je omgeving

Slide 7 - Slide

Aangeboren of aangeleerd?

Rustig zijn
A
aangeboren (hand omhoog)
B
aangeleerd

Slide 8 - Quiz

Aangeboren of aangeleerd?

Praten
A
aangeboren (hand omhoog)
B
aangeleerd

Slide 9 - Quiz

Is schelden en vloeken aangeleerd of aangeboren gedrag?
A
Aangeleerd (hand omhoog)
B
Aangeboren

Slide 10 - Quiz

Aangeboren of aangeleerd?

Voetbaltalent
A
aangeboren (hand omhoog)
B
aangeleerd

Slide 11 - Quiz

3.2 Socialisatie
  • Informatie: leren door te horen / zien
  • Imitatie: leren door te kopiëren / na te doen
  • Ervaringen: leren door fouten / verleden
  • Experimenteren: leren door te proberen
Hoe socialiseer je?
Huiswerkvraag 2

Slide 12 - Slide

3.2 socialisatie
Hoe ga je leren?

Stel je wilt leren hoe je olie maakt. Geef van iedere manier van leren aan hoe je dit gaat doen.
  • informatie
  • imitatie
  • ervaring
  • experimenteren

Klaar? Bedenk zelf een voorbeeld
timer
5:00

Slide 13 - Slide

3.2 socialisatie
Informatie
Zoek eerst informatie op over hoe je olie maakt. Dit kan in een boek, op internet, of door iemand te vragen die er veel van weet. Je leert dan de stappen en welke spullen je nodig hebt.

Imitatie
Kijk naar iemand die al weet hoe het moet en volg hun stappen. Door iemand na te doen, leer je precies wat je moet doen en hoe het eruit moet zien.

Ervaring
Doe het een paar keer zelf, zodat je meer ervaring krijgt. Hoe vaker je het doet, hoe makkelijker het wordt en hoe beter je begrijpt wat je moet doen.

Experimenteren
Probeer nieuwe manieren om olie te maken of varieer met ingrediënten. Misschien ontdek je zelf een snellere manier of een betere smaak door te experimenteren.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

3.2 socialisatie
sociale controle             Mensen in jouw omgeving letten op hoe jij je gedraagt.

Er wordt gebruik gemaakt van sancties. Een maatregel om te laten merken of iets goed of fout is.

Een sanctie kan positief of negatief zijn: belonen of straffen.

Slide 16 - Slide

3.2 socialisatie
sociale controle             Mensen in jouw omgeving letten op hoe jij je gedraagt.

Er wordt gebruik gemaakt van sancties. Een maatregel om te laten merken of iets goed of fout is.

Een sanctie kan positief of negatief zijn: belonen of straffen.
Bedenke voorbeelden uit je eigen leven: 1 minuut!

  • Telaatbriefje
  • Boeten voor appen op de fiets
  • Compliment voor gemaakt huiswerk
  • Je ruimt uit jezelf je kamer op en je moeder geeft je een compliment

Slide 17 - Slide

Opdrachten 3.2
Wat: 3.2 opdracht 6 t/m 9 en 12
Waarom: Verwerken lesstof, voorbereiding toets
Hoe: Zelfstandig & stil
Hulp: Overleg eventueel zachtjes, daarna pas docent vragen
Tijd: 15 minuten
Uitkomst: Controleer je antwoorden via Teams
Klaar? Laat het checken en ga aan de slag met je PO



Slide 18 - Slide

Bespreken opdrachten 3.2
Opdracht 6

  • Ouders = informatie
  • Gymleraar = imitatie
  • Dean = ervaringen

Slide 19 - Slide

Opdracht 7
  • Cultuur. Volgens de waarden en normen van de Nederlandse cultuur discrimineer je niet (gelijkwaardigheid). Eloise komt daarvoor op.
  • Sociale controle. Eloise spreekt mensen aan op hun gedrag, zodat ze zich aan de regels (normen) houden.
  • Aangeleerd. Eloise heeft de vaardigheden om vreemden aan te spreken op hun gedrag.
  • Informatie. Het programma laat zien hoe mensen reageren op bepaalde uitspraken. Dat laat je nadenken over de vraag wat jij daarvan vindt of wat jij zou doen.

Slide 20 - Slide

Opdracht 8
a. rokende docent - b. negatieve santie - c. positieve santie
  • a. Dit is een voorbeeld van internalisatie, want we kunnen ons nu niet meer voorstellen dat iemand voor de klas rookt. Het is vanzelfsprekend geworden om dat niet te doen.
  • b. Bijvoorbeeld: prijzen op tabak verhogen, tabaksverbod (met risico op boete) voor jongeren onder de 18.
  • Bijvoorbeeld: 500 euro als je tot je 18e niet gerookt hebt. Of: korting op de zorgverzekering.


Slide 21 - Slide

Opdracht 9
b. Bijna een kwart van de Nederlandse jongeren doet aan vapen. Door welke manier van socialiseren komt dat vooral, denk je? Licht je antwoord toe.

  • Door imitatie: Veel jongeren zullen zijn begonnen met vapen omdat vrienden of klasgenoten dat ook doen. Op deze manier nemen jongeren de normen en gewoonten over van de groepen waar ze bij horen.

Slide 22 - Slide

Huiswerk volgende keer
Lees 3.3 (bladzijde 40-41)

Geef antwoord op de volgende vragen:
1. Wat is identiteit en identificatie?
2. Wat is een groepsgevoel? 
3. Geef 3 voorbeelden van groepen waarmee jij je identificeert.
4. Schrijf op wat groepsnormen en groepsdruk zijn (minimaal 2 zinnen)

Slide 23 - Slide