This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Gedrag
Herhaling klas 3
Slide 1 - Slide
Wat is gedrag?
A
Alles wat een dier doet om te overleven
B
Alles wat een mens of dier doet
C
Het samenwerken tussen dieren van dezelfde roedel
D
Het jagen van dieren op een prooi
Slide 2 - Quiz
Wat is gedrag?
Gedrag: is alles wat een mens of een dier doet
Gedrag: Gedragingen kunnen verschillende namen hebben, zoals baltsgedrag of jaaggedrag.
Voorbeeld: Wanneer een pinguïn een andere pinguïn probeert te versieren doet hij dit door te dansen. Dit gedrag wordt baltsgedrag genoemd.
Slide 3 - Slide
Een hond heeft honger waardoor hij wil gaan eten, wat voor prikkel is dit?
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
Slide 4 - Quiz
Hoe ontstaat gedrag?
Een prikkel van binnen het lichaam die voor een reactie zorgt noemen wij een inwendige prikkel.
Stel nou dat de hond het geluid van zijn voerbak hoort die gevuld wordt, wat voor prikkel is dit voor de hond?
Slide 5 - Slide
Wanneer jonge pimpelmezen een wormpje zien sperren ze gelijk hun bekjes open. Wat voor prikkel is dit?
A
Inwendige prikkel
B
Uitwendige prikkel
C
Sleutelprikkel
D
Reflex
Slide 6 - Quiz
Werkt een prikkel altijd?
Er zijn prikkels die altijd tot gedrag leiden, ze roepen ook steeds het zelfde gedrag op. Deze prikkels noemen wij sleutelprikkels.
Slide 7 - Slide
Sleutelprikkels en supranormale
Sleutelprikkel - doorslaggevend
Supranormale - kunstmatige prikkel die sterker gedrag opwekken.
Slide 8 - Slide
Een onderzoeker bestudeert het gedrag van olifanten. Wat schrijft hij op? en waarin doet hij dat?
A
Gedragingen in een tabel
B
Acties in een grafiek
C
Handelingen in een ethogram
Slide 9 - Quiz
Hoe onderzoek je gedrag?
Gedrag bestuderen bestaat uit het opschrijven van een reeks handelingen. Deze handelingen gebeuren meestal in een bepaalde volgorde.
De handelingen worden schematisch opgenomen, dit noemen wij een ethogram.
Slide 10 - Slide
Wanneer jonge aapjes zien dat hun moeder van boom naar boom slingert willen ze dit na doen, hoe heet dit gedrag?
A
Herhalen
B
Imiteren
C
Oefenen
D
Inzicht
Slide 11 - Quiz
Hoe leren dieren en mensen?
Jonge dieren en kinderen spelen heel erg veel. Ze leren door het gedrag van hun ouders na te bootsen, dit noemen we imiteren.
Door het herhalen van handelingen gaan sommige gedragingen steeds beter. dit noemen we Oefenen.
Slide 12 - Slide
Peter weet, doordat hij vaak voetbalt, heel snel waar hij moet gaan staan als een medespeler hem een pass geeft. Wat heeft peter?
A
Intelligentie
B
Geluk
C
Inzicht
D
Reflexen
Slide 13 - Quiz
Wat is inzicht?
Inzicht is het begrijpen hoe iets in elkaar steekt. Dit doe je door voorgaande kennis en ervaringen te combineren.
Slide 14 - Slide
Pasgeboren biggen die de tepel van de moeder voelen weten meteen dat ze hun bekje open moeten doen. Hoe noemen we dit gedrag?
A
Aangeleerd gedrag
B
Aangeboren gedrag
Slide 15 - Quiz
Moet je alles leren?
Gedrag dat je vanaf de geboorte al hebt noem je aangeboren gedrag
Als na een prikkel altijd gelijk dezelfde reactie volgt, hoe noemen wij die reactie dan?
Hoe noemen wij dit bij pasgeboren biggen die hun bekjes open doen bij het zien van de tepel?
Slide 16 - Slide
Het communiceren van diersoorten door middel van hun lichaamshouding heet?
A
Verbaal gedrag
B
Lichaamstaal
Slide 17 - Quiz
Hoe kun je praten met je lichaam?
Het laten zien hoe iemand zich voelt door het gebruiken van hun lichaam heet lichaamstaal
In het gezicht van de mens kunnen we door het observeren van lichaamstaal ook zien wat voor emoties ze voelen.
Weten jullie hoeveel emoties we kunnen zien in het gezicht van de mens?
Slide 18 - Slide
Wanneer een hond een andere hond wil laten zien dat hij boos is ontbloot hij zijn voortanden. Hoe heet deze boodschap?
A
Een reactie
B
Een reflex
C
Een signaal
D
Een prikkel
Slide 19 - Quiz
Hoe praten dieren met hun lichaam?
Wanneer een dier een boodschap geeft aan de hand van lichaamstaal, geluiden, kleuren of geuren noemen wij dit een signaal.
Wanneer een mannetjes pauw een vrouwtjes pauw wil versieren dan maakt hij gebruik van overdreven signalen.
Welke overdreven signalen gebruikt hij?
Slide 20 - Slide
Wolven die samen jagen weten allemaal wat ze moeten doen. hoe komt dit?
A
Door een taakverdeling
B
Door inzicht
C
Door andere wolven te imiteren
Slide 21 - Quiz
Hoe werken dieren samen in een groep?
Samenwerken gaat het beste als er een taakverdeling is. dit betekent dat het duidelijk is wie wat doet.
Hoe noemen wij een grote groep wolven?
Slide 22 - Slide
Wanneer een sterke wolf de leider van de groep is, dan is deze wolf....
A
Een alfa
B
Dominant
C
Onderdanig
Slide 23 - Quiz
Wie is de baas in een groep?
Als de wolven een prooi hebben gevangen bepalen de leiders wie als eerst mag eten.
Bij wolven is het paar dat de roedel leidt dominant
De andere wolven zijn onderdanig
Een onderdanige wolf gaat op zijn rug liggen om aan een dominante wolf te laten zien dat hij de baas is. Hoe noemen wij dit?
Slide 24 - Slide
Wanneer het dreigen van twee dieren erg lang duurt gaan ze soms gedrag vertonen wat helemaal niet past bij het dreigen. hoe noemen we dit?
A
Aangeleerd gedrag
B
Oversprong gedrag
C
Intimidatie gedrag
D
Aangeboren gedrag
Slide 25 - Quiz
Wordt er bij ruzie altijd gevochten?
Wanneer dieren ruzie hebben en elkaar proberen te intimideren, maar ze gaan niet vechten, noemen wij dit dreigen.
Als het dreigen lang duurt, vertonen dieren tijdens het dreigen opeens heel ander gedrag wat niet past bij het dreigen. dit soort gedrag noemen wij overspronggedrag.
Slide 26 - Slide
Hoe noemen wij het gedrag waarbij dieren een partner proberen te lokken en versieren?
A
Baltsgedrag
B
Versiergedrag
C
Flirten
Slide 27 - Quiz
Hoe vinden dieren een partner?
Wanneer dieren een partner proberen te lokken en versieren dan noemen wij dit baltsgedrag
Het versieren van een partner met bijvoorbeeld een dans noemen wij de balts