tijdzaken grieken en romeinen laatste les
Wat zijn olympische spelen?
A
Belangrijkste hockeywedstrijden
B
Belangrijkste sportwedstrijden
C
Belangrijkste voetbalwedstrijden
D
Belangrijkste tenniswedstrijden
1 / 29
Items in this lesson
Wat zijn olympische spelen?
A
Belangrijkste hockeywedstrijden
B
Belangrijkste sportwedstrijden
C
Belangrijkste voetbalwedstrijden
D
Belangrijkste tenniswedstrijden
Slide 1 - Quiz
De spelen zijn een cadeau voor....
A
Poseidon
B
Athene
C
Hera
D
Zeus
Slide 2 - Quiz
Een god wordt vereerd in een?
A
kerk
B
grot
C
tempel
D
moskee
Slide 3 - Quiz
Op een ... staat vaak een god
A
Amfoor
B
Stefoor
C
Mefoor
D
Decoor
Slide 4 - Quiz
Een mythe is een ...
A
verhaal uit de tijd van de Romeinen
B
verhaal uit de tijd van de Grieken
C
Filmpje uit de tijd van de Romeinen
D
Filmpje uit de tijd van de Grieken
Slide 5 - Quiz
Hoeveel schikgodinnen zijn er?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 6 - Quiz
Wie is deze godin?
A
Hera: de vrouw van Zeus
B
Aphrodite: godin van de liefde
C
Athene: De godin van de wijsheid en de vrede
D
Zeus: de belangrijkste Griekse god
Slide 7 - Quiz
Wie is deze godin?
A
Hera: de vrouw van Zeus
B
Aphrodite: godin van de liefde
C
Athene: de godin van de wijsheid en de vrede
D
Zeus: de belangrijkste Griekse god
Slide 8 - Quiz
Wie is deze god?
A
Athene: de godin van de wijsheid en de vrede
B
Zeus: de belangrijkste Griekse god
C
Poseidon: god van de zee
D
Hera: de vrouw van Zeus
Slide 9 - Quiz
Wie is deze god?
A
Athene: de godin van de wijsheid en de vrede
B
Zeus: de belangrijkste Griekse god
C
Poseidon: god van de zee
D
Hera: de vrouw van Zeus
Slide 10 - Quiz
Wie is deze godin?
A
Aphrodite: godin van de liefde
B
Athene: de godin van de wijsheid en de vrede
C
Hera: de vrouw van Zeus
D
Zeus: de belangrijkste Griekse god
Slide 11 - Quiz
Wel gebruikt
Niet gebruikt
Slide 12 - Drag question
Wat is een voetsoldaat?
A
Ambtenaar
B
Commissaris
C
Soldaat
D
Chauffeur
Slide 13 - Quiz
Wat is een legioen?
A
Een grote groep soldaten
B
een kleine groep soldaten
C
een grote groep dieren
D
een kleine groep dieren
Slide 14 - Quiz
De heerwegen zijn vaak...
A
kort
B
hobbelig
C
bochtig
D
lang
Slide 15 - Quiz
Langs de heerweg staan...
A
zijlpalen
B
mijlpalen
C
dijkpalen
D
zandpalen
Slide 16 - Quiz
Wat is een villa?
A
Een groot Romeins huis
B
Een klein Romeins huis
C
Een ridder
D
Een hutje
Slide 17 - Quiz
De vloer en muur zijn van....
A
modder
B
most
C
Mosul
D
mozaïek
Slide 18 - Quiz
Welke is het grootst?
A
Het Romeinse leger
B
Legioen
C
Voetsoldaat
Slide 19 - Quiz
Een laag met cement.
Een rand van stenen langs de randen van de kuil.
Een laag platte, grote stenen.
Een laag losse stenen.
Slide 20 - Drag question
De limes is de grens van...
A
Het Griekse Rijk
B
Het Romeinse Rijk
C
Het Franse Rijk
D
Het Bataafse Rijk
Slide 21 - Quiz
Noviomagus is de Romeinse naam voor...
A
Leeuwarden
B
Amsterdam
C
Nijmegen
D
Nederland
Slide 22 - Quiz
De Batavan helpen de...
A
Grieken
B
Romeinen
C
Fransen
D
Engelsen
Slide 23 - Quiz
De Germanen mogen niet in het ....
A
Griekse Rijk wonen
B
Duitse Rijk wonen
C
Franse Rijk wonen
D
Romeinse Rijk wonen
Slide 24 - Quiz
Nehalennia is een...
A
Germaanse godin
B
Bataafse godin
C
Romeinse godin
D
Griekse godin
Slide 25 - Quiz
Jupiter is de belangrijkste god van de ...
A
Grieken
B
Bataven
C
Romeinen
D
Fransen
Slide 26 - Quiz
Wat leren de Bataven van de Romeinen?
A
De Bataven leren paardrijden.
B
Dat je kunt betalen met geld in plaats van ruilen.
C
De Bataven leren jagen van de Romeinen.
Slide 27 - Quiz
Ik heet Nehalennia
Ik bescherm schippers
Ik ben een Germaanse god.
Ik heet Jupiter
Ik ben een Romeinse god.
De Grieken noemen mij Zeus.
Slide 28 - Drag question
Wat vind je het knapste dat de Romeinen konden of uitgevonden hebben?
