H3 - P3 - week 2 - les 2 - schrijven en signaalwoorden

H3 - P1 - week 8 - les 2 - grammatica verwerken
Welkom
Nederlands
Mevrouw Takken
Aanwezig op: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

H3 - P1 - week 8 - les 2 - grammatica verwerken
Welkom
Nederlands
Mevrouw Takken
Aanwezig op: dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag

Slide 1 - Slide

- Welkom 
- Dagopening
- Stillezen
- Oefenen signaalwoorden
- Schrijfopdracht verder afmaken

Doelen:
- Je hebt je eerste schrijfopdracht zo ver af dat je een eerste versie in kan leveren
- Je herkent signaalwoorden en geeft de delen van het verband.  

Wat gaan we doen vandaag:

Slide 2 - Slide

Stillezen
timer
15:00

Slide 3 - Slide

Verbanden herkennen


Signaalwoorden

Slide 4 - Slide

Wanneer is er sprake van een zinsverband?
A
Als twee zinnen achter elkaar staan geschreven.
B
Als de woorden goed bij elkaar passen
C
Als twee zinnen een verband met elkaar hebben

Slide 5 - Quiz

Signaalwoorden geven zinsverbanden en alineaverbanden aan.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Welk signaalwoord hoort bij het zinsverband VOORBEELD?
A
samenvattend
B
echter
C
ter toelichting
D
zo

Slide 7 - Quiz

Welk signaalwoord hoort bij het zinsverband CONCLUSIE?
A
kortom
B
alles overziend
C
met dat doel
D
daarentegen

Slide 8 - Quiz

Welk signaalwoord hoort bij het zinsverband TEGENSTELLING?
A
al met al
B
daar staat tegenover
C
zoals
D
waardoor

Slide 9 - Quiz

Welk signaalwoord hoort bij het zinsverband OPSOMMING?
A
ook
B
alles bij elkaar
C
al met al
D
zoals

Slide 10 - Quiz

Welk signaalwoord hoort bij het zinsverband OPSOMMING?
A
nu
B
aan de ene kant
C
bovendien
D
zoals

Slide 11 - Quiz

Signaalwoorden 
van voorbeeld
Signaalwoorden 
van voorwaarde
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van samenvatting
Signaalwoorden van oorzaak&gevolg
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van tijd
Signaalwoorden van conclusie
dus
tot slot
echter
omdat
kortom
ten tweede
mits
bijvoorbeeld
als
zoals
al met al
vervolgens
hierdoor
want
maar
daarentegen
ook

Slide 12 - Drag question

Signaalwoord 
       tijd
Signaalwoord  
conclusie
Signaalwoord
doel-middel
Intussen
Daarmee
Dus
Daarna
Tijdens 
Daartoe
Met de bedoeling 
Vandaar

Slide 13 - Drag question

Signaalwoord
Geen signaalwoord
 
   ook

   aan

  word

   zo

  door

  slecht

Slide 14 - Drag question

Signaalwoord
Geen signaalwoord

maar

   aan

worden 


 want

Hoewel
  mensen

Slide 15 - Drag question

Tekstverband = reden
Tekstverband = tegenstelling
Signaalwoord:         want
Signaalwoord
    omdat
Signaalwoord:
      echter
Signaalwoord:
    maar

Slide 16 - Drag question

Oefenen:  Cambiumned 
Signaalwoorden

Slide 17 - Slide

Die Teams voor de opdracht

Je maakt je verhaal verder af, zodat je uiterlijk vrijdag de opdracht in kan leveren.

(doe dat ook, anders ben je direct al je 10 op het eindcijfer kwijt)
Schrijfopdracht afmaken

Slide 18 - Slide

Zie opdracht teams
Schrijfdossier

Slide 19 - Slide

Opdrachten op werkblad

- Je oefent voor jezelf
- Jij en je buren klaar - dan vergelijk je met de buren - wat is het beste antwoord?
- Nakijken met antwoordblad. 


Spelling

Slide 20 - Slide

Volgende les mee.

Nu in groepjes uitzoeken. 
Leesboek meenemen

Slide 21 - Slide

Wat ga je doen:
- Lees de opdracht goed door
- Gebruik je voorbereiding in deze opdracht
- Schrijf een recensie aan de hand van het geven schrijfplan

Wanneer maak je dit:
- Deze les

Hoe:
Let heel goed op je formulering. Er wordt ook op spelling en formulering gelet. Probeer zo netjes mogelijk te schrijven. 
Aan de slag:

Slide 22 - Slide