1gt 2021-04 les 2 pres simple pres continuous

Welcome to the
English Class!


1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome to the
English Class!


Slide 1 - Slide

LEERDOEL
Aan het einde van deze les:
  • weet je het verschil tussen de present simple en de present continuous.
  • weet je wanneer je de present simple en de present continuous moet gebruiken.

Slide 2 - Slide

TODAY'S CLASS
  • Welcome!
  • Attendence
  • Review
  • Present Simple / Present Continuous
  • Homework

Slide 3 - Slide

HOMEWORK (today)
Maken:
Unit 3 Lesson 5 (3.5)
Exercise 1 t/m 5 (WB p119-121) ONLINE

Leren:
Study Box Lesson 2, 3, 4, 5 (p129-p134)

Slide 4 - Slide

Hoe maak je de
Present Continuous?
to be (zijn)
AM
ARE
IS
hele werkwoord
ING
+
+

Slide 5 - Slide

present
continuous
verleden tijd
am/are/is
ing
not
+ed
hele werkwoord

Slide 6 - Drag question

Hoe maak je de
Present Continuous?
to be (zijn)
AM
ARE
IS
hele werkwoord
ING
+
+

Slide 7 - Slide

Hoe maak je de
present continuous?

Slide 8 - Open question

My brother ... (play) tennis right now.
A
play
B
plays
C
played
D
is playing

Slide 9 - Quiz

I ... (teach) at the moment.
A
teach
B
teaches
C
am teaching
D
taught

Slide 10 - Quiz

... you ... (listen) to me?
A
Do you listen
B
Are you listening
C
Are you listen
D
Do you listening

Slide 11 - Quiz

Wat is de Engelse vertaling van
cadeau?

Slide 12 - Open question

Wat is de Engelse vertaling van
stadion?

Slide 13 - Open question

Wat is de Engelse vertaling van
reis?

Slide 14 - Open question

Wat is de Engelse vertaling van
verveeld?

Slide 15 - Open question

Wat is de Nederlandse vertaling van
wonderful?

Slide 16 - Open question

Wat is de Nederlandse vertaling van
department store?

Slide 17 - Open question

Wat is de Nederlandse vertaling van
ferry?

Slide 18 - Open question

Wat is de Nederlandse vertaling van
proud?

Slide 19 - Open question

REVIEW
Hoe maak je de present continuous?

Slide 20 - Slide

Present simple
altijd, vaak, nooit

Hele werkwoord (+s)


He plays golf every Monday.
They study on weekends.

Do you go to the beach every summer?
Present continuous
nu,  op dit moment

Am/are/is + hele werkwoord + ing

He is playing golf.
They are not studying at the moment.
Are you going to the beach right now?

Slide 21 - Slide

REVIEW
Wanneer gebruik je de present simple en wanneer gebruik je continuous?

Slide 22 - Slide

present
simple
present
continuous
Ik geef iedere vrijdag les aan 1gt.
Ik ben aan het ademen.
Ik ben aan het lesgeven.
Ik fiets iedere dag naar school.
Ik ga iedere zomer naar Spanje.
Ik ben nu aan het bellen.

Slide 23 - Drag question

present
simple
present
continuous
I walk with my friend every day.
I am talking right now.
I am teaching at the moment.
I walk to school every Friday.
I go to Spain every summer.
I am playing golf at the moment.

Slide 24 - Drag question

REVIEW
Maken:
Unit 3 Lesson 5 (3.5)
Exercise 6 t/m 10 (WB p122-123) ONLINE

Leren:
Study Box Lesson 2, 3, 4, 5 (p129-p134)

Slide 25 - Slide