Hoofdstuk 4

Hoofdstuk 4
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Overzicht Periode 2
  • Thema: Hoofdstuk 4 en 5
  • Benodigde lesmaterialen: boek, laptop, pen, rekenmachine.
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
Week 10 
Week 11
4.1
4.2
4.3
4.4
Herhaling hst 4
5.1
5.2
5.3
5.4
Herhaling
Herhaling

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

      Leerdoelen
  1. R Je leert wat produceren is.
  2. T1 Je leert wat een bedrijfskolom is en hoe bedrijven waarde toevoegen.
  3. T2 Je leert wat productiefactoren zijn.
  4. I Je leert wat de kostprijs per product berekenen.


Slide 5 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Wat is productie?
A
Productiefase
B
Het maken van goederen
C
Het leveren van diensten
D
Het maken van goederen of leveren van diensten

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

  • Produceren is iets doen of maken voor de bevrediging van de behoeften.

Bedrijven produceren, dat kost geld.

Consumenten produceren ook zelf en dat is gratis (bijv. een moestuin)


Produceren

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Productiefasen
1. Grondstoffen
2. Bewerken van grondstof tot product.
3. Verder bewerken tot een onderdeel van de bureaustoel.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Bedrijfskolom
Bedrijfskolom
  • Productiefasen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bekijk de afbeelding hiernaast. Hier zie je welke productiefasen er nodig zijn om van tarwe brood te maken.

Zet de volgende productiefasen in de juiste volgorde.

1 Het brood wordt gebakken.
2 Het brood wordt verkocht.
3 Tarwe wordt geoogst.
4 Tarwe wordt gezaaid.
A
4-3-2-1
B
4-3-1-2
C
3-4-2-1
D
3-4-1-2

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions