This lesson contains 26 slides, with text slides.
Doel:
- Je kan in drie stappen een toetsvraag voor CKV beantwoorden.
- Je kan een architectuurstroming herkennen aan vormgevingselementen en die elementen ook benoemen.
Belangrijke stromingen laatste 100 jaar:
- Modernisme
- Structuralisme
- Postmodernisme
- Neotraditionalisme
- Supermodernisme
- Vanaf 1920
- Functioneel
- Form follows function
- Geen decoraties
- Moderne materialen
- Villa Savoye / Le Corbusier
- Reactie op modernisme
- Kleinschalig
- Menselijke maat
- Kleine eenheden
- Geometrische vormen
- De Kasbah / Piet Blom
- Reactie op modernisme
- Uitbundige kleuren
- Vrije vormen / speels
- Vormen uit verleden
- Piazza d'Italia / Charles Moore
- Eind 20e eeuw
- Reactie op modernisme
- Retro: stijlen uit verleden
- Kleinschalig ("dorps")
- "Traditioneel Hollands"
- De Compagnie / Rotterdam
- Vanaf 2000
- Strak en industrieel
- Digitaal ontworpen:
opvallende vormen
- Statement
- CCTV / Rem Koolhaas
- Functie: waarvoor wordt het gebouw gebruikt? Zie je dat terug in ontwerp?
- Vorm: omschrijf wat je ziet.
- Omgeving: past het wel of niet in de omgeving? Wat zegt dat?
Maak het opdrachtenblad voor één van de vijf gebouwen.
Op de toets wordt het onder andere belangrijk een gebouw in een stroming te kunnen plaatsen en functie/vorm/omgeving/materiaal/constructie/visie te kunnen benoemen of verklaren.
15 minuten: daarna bespreken.
Werk in stilte.