Latijn naamvallen inclusief genitivus

oefenen met naamvallen
zelfstandig naamwoord nu ook met genitivus!
1 / 34
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

oefenen met naamvallen
zelfstandig naamwoord nu ook met genitivus!

Slide 1 - Slide

groep 1 (rosa)
woorden zijn vrouwelijk
herken je in de woordenlijst aan het enkelvoud

Slide 2 - Slide

waarop eindigen woorden van groep 1 in de woordenlijst?

Slide 3 - Open question

Groep 1: ev. en mv.
ev
mv
nom
gen
dat
acc
abl
nom
gen
dat
acc
abl
rosas
rosae
rosae
rosa
rosam
rosis
rosis
rosa
rosae
rosarum

Slide 4 - Drag question

groep 1 ev
nom. rosa
gen. rosae
dat. rosae
acc. rosam
abl. rosa
groep 1 mv
nom. rosae
gen. rosarum
dat. rosis
acc. rosas
abl. rosis

Slide 5 - Slide

Welke naamval is formam?
A
nom
B
gen
C
dat
D
acc

Slide 6 - Quiz

Is formam enkelvoud of meervoud?
A
ev.
B
mv.

Slide 7 - Quiz

Welke naamval is formarum?
A
nom
B
gen
C
dat
D
acc

Slide 8 - Quiz

Is formarum enkelvoud of meervoud?
A
ev.
B
mv.

Slide 9 - Quiz

groep 2
woorden zijn mannelijk OF onzijdig
herken je in de woordenlijst aan het enkelvoud

Slide 10 - Slide

waarop eindigen woorden van groep 2 MANNELIJK in de woordenlijst?

Slide 11 - Open question

Pas op!
Ook een paar woorden op -(e)r horen bij groep 2
EN een paar woorden uit groep 3 eindigen ook op -us ...

hierover later meer

Slide 12 - Slide

Groep 2 M: ev. en mv.
ev
mv
nom
gen
dat
acc
abl
nom
gen
dat
acc
abl
dominos
domino
dominus
dominum
domini
dominis
domino
dominis
domini
dominorum

Slide 13 - Drag question

groep 2 M ev
nom. dominus
gen. domini
dat. domino
acc. dominum
abl. domino
groep 2 M mv
nom. domini
gen. dominorum
dat. dominis
acc. dominos
abl. dominis

Slide 14 - Slide

groep 2 ONZIJDIG
voor onzijdige woorden gelden 3 bijzondere dingen
1. nom = ...
2. nom mv = ...
3. rest = ...

Slide 15 - Slide

Voor ONZIJDIG geldt:
1. nom. = ...

Slide 16 - Open question

Voor ONZIJDIG geldt:
2. nom./acc. mv. eindigt op ...

Slide 17 - Open question

Voor ONZIJDIG geldt:
3. rest is gelijk aan ...

Slide 18 - Open question

waarop eindigen woorden van groep 2 ONZIJDIG in de woordenlijst?

Slide 19 - Open question

Groep 2 O: ev. en mv.
ev
mv
nom
gen
dat
acc
abl
nom
gen
dat
acc
abl
bellum
bellum
bella
bello
bella
bellis
bellis
bello
bellorum
belli

Slide 20 - Drag question

groep 2 O ev
nom. bellum
gen. belli
dat. bello
acc. bellum
abl. bello
groep 2 O mv
nom. bella
gen. bellorum
dat. bellis
acc. bella
abl. bellis

Slide 21 - Slide

Welke naamval is animo?
A
nom
B
gen
C
dat
D
acc

Slide 22 - Quiz

Is animo enkelvoud of meervoud?
A
ev.
B
mv.

Slide 23 - Quiz

Welke naamval is aurum?
A
nom
B
gen
C
dat
D
acc

Slide 24 - Quiz

Is aurum enkelvoud of meervoud?
A
ev.
B
mv.

Slide 25 - Quiz

groep 3
woorden zijn mannelijk/vrouwelijk
herken je in de woordenlijst aan het meervoud
bij twijfel staat het geslacht erbij!

Bij groep 3 doen we (voorlopig) alleen nom. en acc.

Slide 26 - Slide

waarop eindigt het meervoud van woorden van gr. 3 in de woordenlijst?

Slide 27 - Open question

Groep 3 M/V: ev. en mv.
ev
mv
nom
gen
dat
acc
abl
nom
gen
dat
acc
abl
regem
rex
reges
reges

Slide 28 - Drag question

groep 3 M/V ev
nom. rex *
gen. ...
dat. ...
acc. regem
abl. ....
groep 3 M/V mv
nom. reges
gen. ...
dat. ...
acc. reges
abl. ...

Slide 29 - Slide

... en nu als losse vormen

Slide 30 - Slide

verbis
A
nom mv
B
gen mv
C
dat mv
D
acc mv

Slide 31 - Quiz

sociorum
A
nom mv
B
gen mv
C
dat mv
D
abl mv

Slide 32 - Quiz

Bij welke groep kijk je?

Slide 33 - Slide

Bij welke groep kijk je?
meervoud op -es > groep 3

ev. op -a > groep 1
ev. op -um > groep 2 bellum
ev. op -us > groep 2 dominus

Slide 34 - Slide