2G GTC week 5

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Maandag 31 januari

1. 5 minuten lezen

2. korte overhoring in LessonUp

3. zelfstandig werken (keuze)

4. afsluiting

Lesdoel: je kunt bijvoeglijk naamwoorden benoemen, herkennen en vertalen

Over de toets

1. Wat betekent 'citeren'? 

2. 3C en 4B in het Grieks op de toets 

Hebben jullie zelf nog vragen?

Geoefend met de voorbeeldvragen in LU week 3?

In welke naamval, geslacht en getal staat μακραί

1. dat M ev
2. dat V ev
3. nom O mv
4. nom V mv

In welke naamval, geslacht en getal staat δεινος?

1. nom M ev
2. nom O ev
3. gen V ev
4. acc V mv

In welke naamval, geslacht en getal staat μακρα NIET?

1. nom V ev
2. nom O ev
3. nom O mv
4. acc O mv

Welke grammaticale regel bestaat NIET in het Grieks

1. acc O ev is altijd gelijk aan nom O ev
2. acc O mv is altijd gelijk aan nom O mv
3. Een bijwoordelijke bepaling staat meestal in de abolativus.
4. Na -ρ, -ε en -ι volgt geen η maar een α (in het vrl)

Welke combinatie is juist?

1. τον δεινον δουλον
2. τον δεινην δουλος
3. την δεινον δουλην
4. την δεινην δουλην

Welke combinatie is juist?

1. ἡ ἀθανατη ὑδρα
2. ἡ ἀθανατα ὑδρα
3. ἡ ἀθανατος ὑδρα
4. ἡ ἀθανατος ὑδρη

Keuzewerktijd

Ging bovenstaande oefening goed?

->Taaloefening 4C, opgave C+ oefeningen inhoud 4C

Ging het minder goed?

->Taaloefening 4C, opgave A, B, C

Klaar? Roep docent erbij.

Over welk(e) onderdeel(en) zou je nog meer uitleg willen? (anoniem)

Heb je vertrouwen in de toets?

1. ja
2. nee
3. beetje
4. weet ik nog niet