This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Elektrische energie vervormen
Slide 1 - Slide
Transportverliezen
Kabels worden warm - Energie verlies door weerstand
P = Vermogen (W) energieverlies per seconde
I = Stroom (A)
R = Weerstand ( )
Berperk verlies door I zo klein mogelijk te maken.
P=I2⋅R
Ω
Slide 2 - Slide
Lage stroom - hoge spanning
Toch kan stroom oplopen tot 90 graden in hoogspanningskabels.
Slide 3 - Slide
Elektriciteitsnet:
Als stroom door een kabel gaat, wordt de kabel warm.
Energieverlies: minder elektrische engergie over voor
eindgebruikers
Voor de minste energieverlies moet stroom over zo hoog mogelijke spanning vervoerd worden (minder warmte).
Slide 4 - Slide
Elektriciteitcentrale
Transformators
380kV
10kV
230 V
20kV
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Soorten spanning
Het lichtnet heeft geen gelijkspanning (zoals in batterijen en accu's) maar wisselspanning (wat voortdurend op en neer gaat/ 50 keer per seconde, frequentie is 50 Hz)
Slide 7 - Slide
Waarom wordt de spanning verhoogd als het over lange afstanden vervoerd wordt?
A
Voor veiligheid
B
Om energieverlies te voorkomen
C
Om een frequentie van 50 hz te krijgen
D
Dat is wat apparaten nodig hebben
Slide 8 - Quiz
Wat is de spanning van de elektriciteit in onze huizen?
A
20 kV
B
380 kV
C
10 kV
D
230 V
Slide 9 - Quiz
Werking van een transformator
Transformator bestaat uit twee spoelen van geisoleerde koperdraad om een weekijzeren kern.