Week 8 - les 2 (1.3 Meer dan lezen: hoofdgedachte)

Nederlands

7 november 2023

Geen fictieboek bij je?

Bladzijde 60 (doorlezen)

Bladzijde 67 (doorlezen)

Bladzijde 73 (doorlezen)

Bladzijde 106 (doorlezen)

In volledige stilte wordt er gelezen

Vandaag

• 10 minuten lezen
• Herhaling oriënterend lezen, onderwerp, hoofdgedachte en precies lezen


• Aan de slag

Wat lees je bij oriënterend lezen?

Wat kun je bepalen na oriënterend lezen?

Wat lees je bij precies lezen?

Wat kun je bepalen na precies lezen?

Het onderwerp van een tekst is altijd één, twee, maximaal drie woorden.

1. Juist
2. Onjuist

De hoofdgedachte van een tekst is altijd één hele zin die begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.

1. Juist
2. Onjuist

Om de hoofdgedachte te bepalen heb je altijd het onderwerp van een tekst nodig.

1. Juist
2. Onjuist

Hoofdgedachte

"Het belangrijkste van een tekst, samengevat in één zin."

Verschil met onderwerp: onderwerp is één, twee of maximaal drie woorden.

Hoe vind je de hoofdgedachte?

1. Bepaal het onderwerp (waar gaat de tekst over)

2. Lees de tekst precies

3. Kijk of de hoofdgedachte al op het begin of einde staat.

4. Geef in 1 zin antwoord op de vraag: Wat is het belangrijkste dat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?

Aan de slag

Waar? Pagina 22 en 23

Wat? Opdrachten 3 en 4

Tijd? Einde van de les, anders huiswerk

Vragen? Lees eerst zelf de vraag nog eens door, vraag het dan op fluisterniveau aan je buurmens, steek daarna je vinger op.