3.1 de wereld van de Grieken

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Leg uit waarom de Grieken een gemeenschappelijke cultuur hadden.

Eerder klaar: Welke twee stadstaten hadden de meeste macht?
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vraag.
Leg uit waarom de Grieken een gemeenschappelijke cultuur hadden.

Eerder klaar: Welke twee stadstaten hadden de meeste macht?

Slide 1 - Slide

3.1 de wereld van de Grieken

Slide 2 - Slide

Lesplanning
1. Leerdoel(en)
2. Uitleg met aantekeningen.
3. Checkvraag bij de uitleg.
4. Werkboek maken/nakijken opdrachten.
5. Samenvatting van leerdoel(en).

Slide 3 - Slide

Leerdoel
Ik weet hoe in Griekenland stadstaten ontstonden.

Slide 4 - Slide

Van dorp naar stadstaat.
  • Door het bergachtige landschap en de vele eilanden lagen de dorpen ver uit elkaar en meestal op een heuvel (acropolis) die goed te verdedigen was. 
  • Gevolgen: weinig vruchtbare grond, net genoeg voedsel om van te leven, er was ook bijna geen handel.
  • Vanaf 9e eeuw kwamen er betere landbouwtechnieken, ontstaan voedseloverschotten. Voor groei van dorp naar stad zie schema bij par. 2.3.

Slide 5 - Slide


  • Er kwam bevolkingsgroei=> daardoor kwamen er voedseltekorten. De stadstaten gingen omliggende landbouwgebieden veroveren=> zo werden het stadstaten. Elke stadstaat had zijn eigen gebied, regels en bestuur.
  • Er was veel oorlog tussen de stadstaten, maar er was niemand de machtigste. 
  • Door het landschap was het moeilijk om over een groot gebied te regeren=> daardoor werd Griekenland nooit 1 staat. 


Slide 6 - Slide

Schrijf het antwoord op je wisbordje.
Leg uit waarom Griekenland geen één staat werd.

Eerder klaar: Leg uit waarom stadstaten ontstonden.

Slide 7 - Slide

Te doen
Maken werkboek par. 3.1 vraag 1,2,4,6,7,8,10,12.

Maken cornell schema /flashcards/  succescriteria par. 3.1
Leren par 3.1

Slide 8 - Slide

Samenvatting leerdoel(en)

Ik weet hoe in Griekenland stadstaten ontstonden.

Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de leerdoelen van vandaag.

Slide 9 - Slide

Schrijf het antwoord op je wisbordje.
Leg uit waarom er stadstaten ontstonden in Griekenland

Eerder klaar: Leg uit waarom Griekenland geen 1 staat was.

Slide 10 - Slide

Lesplanning
1. Leerdoel(en)
2. Uitleg met aantekeningen.
3. Checkvraag bij de uitleg.
4. Werkboek maken/nakijken opdrachten.
5. Samenvatting van leerdoel(en).

Slide 11 - Slide

Leerdoel
Ik kan de bestuursvormen monarchie, aristocratie en een tirannie  in bronnen herkennen.


Slide 12 - Slide

0

Slide 13 - Video

Bestuursvormen in de stadstaten


    • 850 v. Chr.: er ontstond in de stadstaten een bestuur met een koning die door erfopvolging aan de macht kwam=> Monarchie
    • De koning voerde het leger aan bij oorlog, nam belangrijkste besluiten. 
    • De beste krijgers (aristoi, elite) gaven koning advies. Zij betaalden zelf de wapenuitrusting, hadden veel macht en aanzien. Gewone mensen konden dus niet snel macht krijgen.

    Slide 14 - Slide

    Aristocratie vanaf 700 v.Chr.
    • Soms ontstond een aristocratie= bestuur van kleine groep mannen met veel aanzien. 
    • Hoe: soms wilden aristoi zelf de macht hebben, bijv. als de koning een oorlog verloor of niet goed luisterde naar zijn adviseurs.
    • Deze aristocraten bestuurden samen de stadstaat. Bijv. in Sparta had je 2 koningen en een raad van oude mannen die samen de stadstaat bestuurden. 

      Slide 15 - Slide

      Ongelijkheid en onvrede

      • In Griekenland waren de sociale verschillen (arm/rijk, veel macht/weinig macht) groot. De machtigste bestuurders hadden veel land waar slaven en arme boeren op werkten. Die waren hier erg ontevreden over. 
      • Tirannie: tiran komt aan de macht door huursoldaten te gebruiken, arme boeren die ontevreden waren bijv. land of geld te beloven. 

        Slide 16 - Slide

        • Veel gewone Grieken vonden een tiran vaak een goede bestuurder, want ze kregen bijv. grond, of goedkoper graan. 

        • Vaak bleek na een langere periode dat een tiran vooral keek hoe hijzelf rijker en machtiger kon worden en tegen tegenstanders geweld gebruiken.

        Slide 17 - Slide

        Schrijf het antwoord op je wisbordje.
        Noem en leg kort de 3 bestuursvormen uit.

        Eerder klaar: Leg uit waarom een tiran eerst veel aanhang kreeg, maar al snel weer minder macht kreeg.

        Slide 18 - Slide

        Te doen
        Maken werkboek par 3.1 vraag 

        Maken cornell schema /flashcards/  succescriteria par. 3.1
        Leren par 3.1

        Slide 19 - Slide

        Samenvatting leerdoel(en)
        Ik kan de bestuursvormen monarchie, aristocratie en tirannie in bronnen herkennen.


        Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de leerdoelen van vandaag.

        Slide 20 - Slide

        Schrijf het antwoord op je wisbordje.
        Leg uit welke 3 bestuursvormen veel Griekse stadstaten hadden.

        Eerder klaar: Leg uit waarom Griekenland geen 1 staat was.

        Slide 21 - Slide

        Lesplanning
        1. Leerdoel(en)
        2. Uitleg met aantekeningen.
        3. Checkvraag bij de uitleg.
        4. Werkboek maken/nakijken opdrachten.
        5. Samenvatting van leerdoel(en).

        Slide 22 - Slide

        Leerdoel

        Ik kan verklaren waarom de Grieken contacten hadden met andere volken in het Middellandse Zeegebied.

        Slide 23 - Slide

        Handel en nederzettingen overzee.
        • Bevolkingsgroei, uitbreidingen van de stadstaten zorgden voor tekorten aan vruchtbare grond en dus voedseltekorten.
        • 750 v.Chr. Griekse stadstaten gingen nieuwe stadstaten stichten aan de Turkse kust, middellandse en zwarte zee, waar ze op vruchtbare grond voedsel gingen verbouwen. Dit noemen we een kolonie. Handelaren brachten een deel van de graanoogst naar Griekenland, zodat daar voldoende voedsel was.


        Slide 24 - Slide


        • Griekse koloniën waren een kopie van de Griekse steden, dat kun je zien aan bouwstijl van de tempels en belangrijke gebouwen. Ook werden het Griekse schrift en goden gebruikt.  
        • Rond 550 v.Chr. kwamen er geen nieuwe kolonies meer bij, want er kwam voldoende voedsel naar Griekenland.

        Slide 25 - Slide

        Griekse wereld
        • Bij sommige kolonies woonden al andere volken. De banden tussen de kolonisten en oorspronkelijke bewoners waren goed, ze handelden ook met elkaar. 
        • Van de Etrusken in Italië kochten de Grieken hout en in Egypte kochten ze graan en ivoor. De Grieken verkochten versierde vazen, metalen en olijfolie aan hun handelspartners. Zo werden verschillende culturen/volken met elkaar verbonden. 

        Slide 26 - Slide

        • De Grieken leerden van de Lydiërs het gebruik van muntgeld, wat handig is voor de handel. Grieken en Lydiërs voerden soms oorlog met elkaar, maar handelden en bewonderden elkaars cultuur ook. 
        • Met de Feniciërs handelden de Grieken De Grieken beïnvloedden Fenicische kunstenaars, en de Grieken namen het Fenicische alfabet over.

        Slide 27 - Slide

        Schrijf het antwoord op je wisbordje.
        Leg uit waarom de Griekse stadstaten kolonies gingen stichten.

        Eerder klaar: Leg uit wat de Grieken overnamen van de Lydiërs en de Feniciërs.

        Slide 28 - Slide

        Te doen
        Maken werkboek par. 3.1 vraag 1,2,4,6,7,8,10,12.

        Maken cornell schema /flashcards/  succescriteria par. 3.1
        Leren par 3.1

        Slide 29 - Slide

        Samenvatting leerdoel(en)

        Ik kan verklaren waarom de Grieken contacten hadden met andere volken in het Middellandse Zeegebied.

        Schrijf in max. 5 zinnen een samenvatting van de leerdoelen van vandaag.

        Slide 30 - Slide