What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Leçon 18: wederkerende werkwoorden
De wederkerende werkwoorden
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
De wederkerende werkwoorden
Slide 1 - Slide
Wat is een wederkerend werkwoord?
Geef een voorbeeld in het Nederlands.
Slide 2 - Mind map
Wat is het eerste wederkerend werkwoord dat je in het Frans hebt geleerd?
Slide 3 - Mind map
wakker worden
opstaan
tanden poetsen
zich scheren
zich opmaken
zich uitkleden
naar bed gaan
uitrusten
Se réveiller
se lever
se brosser les dents
se raser
se maquiller
se déshabiller
se coucher
se reposer
Slide 4 - Drag question
Je / J'
Tu
Nous
Il / Elle
Vous
Ils / Elles
U / Jullie
Ik
Hij / zij
Zij
Jij
Wij
Slide 5 - Drag question
JE
TU
IL/ELLE/
ON
NOUS
VOUS
ILS/
ELLES
-e
-ons
-e
-es
-ez
-ent
Slide 6 - Drag question
Deel 1
De wederkerende werkwoorden in de présent
Slide 7 - Slide
1. présent
Je
me lave
à sept heures.
Ik
was me
om zeven uur 's ochtends.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Quelle différence remarques-tu entre le français et le néerlandais ?
Welk verschil merk je op tussen Frans en Nederlands?
Slide 10 - Slide
De volgorde
Het wederkerend voornaamwoord staat voor de persoonsvorm:
Je
me
couche
Tu
te
couches
Il/Elle/On
se
couche
Nous
nous
couchons
Vous
vous
couchez
Ils/Elles
se
couchent
Slide 11 - Slide
me-te-se => m'-t'-s'
Me
,
te
en
se
worden
m',
t'
en
s'
voor
een klinker
of
een stomme h
:
Je
m'
habille
Tu
t'
habilles
Il/Elle/on
s'
habille
Nous
nous
habillons
Vous
vous
habillez
Ils/Elles
s'
habillent
Slide 12 - Slide
Des questions?
Slide 13 - Slide
Kies de juiste vorm van de présent:
Je __ lave à huit heures du matin (se laver).
A
te lave
B
me lave
C
lave me
D
lave te
Slide 14 - Quiz
Kies de juiste vorm van de présent:
Nous ___
A
couchez nous
B
nous couchez
C
couchons nous
D
nous couchons
Slide 15 - Quiz
Kies de juiste vorm van de présent:
Elle __ deux fois par jour.
A
se brosse les dents
B
elle brosses les dents
C
se brosses les dents
D
brosse se les dents
Slide 16 - Quiz
Kies de juiste vorm van de présent:
Tu __ à 6:30.
A
tu réveille
B
te réveille
C
te réveilles
D
tu réveilles
Slide 17 - Quiz
à l'action!
6.2.4.1
Slide 18 - Slide
More lessons like this
H2C - le .... 2023
April 2022
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Leçon 17
April 2022
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
leçon 24
December 2023
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
de wederkerende werkwoorden 1
March 2023
- Lesson with
14 slides
Les klas 4v - Grammaire A
September 2022
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Les klas 4v - voca A&B ch1
September 2020
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Leçon 16
April 2022
- Lesson with
33 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
leçon 22
December 2023
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2