This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Present simple and present continuous
Slide 1 - Slide
What are we going to do today?
Introductie
Lesdoel
Uitleg grammatica
Opdracht
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Wat weet je al over de present simple/ present continuous?
Slide 3 - Mind map
Lesdoel
Aan het eind van de les heb je laten zien dat je het verschil tussen de present simple/continuous weet door de opdracht goed te hebben gemaakt (alleen/in duo's).
Slide 4 - Slide
Uitleg grammatica - present continuous
Gebruik je bij: nu, op dit moment (at this moment/now)
Samenstelling: to be + werkwoord + ing Vormen van to bedie je gebruikt: I am/you are/shit (she/he/it) is/we are/they are. Vergeet de vorm van to be niet
They areplayingfootballnow.
Slide 5 - Slide
Present simple
Gebruik je bij: regelmatig (sometimes/often/usually/every day) Samenstelling: SHIT + s : staat SHIT (she/he/it) in de zin, dan doe je + s bij het werkwoord.
She eats bacon and eggs every day.
Dus niet: I eats bacon and eggs every day. (I hoort niet bij SHIT)
Slide 6 - Slide
I ... tennis two times a week.
Gebruik de present simple
A
play
B
plays
C
playing
D
played
Slide 7 - Quiz
We are ... hard on our project right now. Gebruik de present continuous.
A
works
B
work
C
worked
D
working
Slide 8 - Quiz
Opdracht
Blz 131 opdracht 2.1 A Hulpmiddel Present simple:SHIT + s, regelmatig (usually/once a week/often)
Present continuous: to be + ww + ing, nu (right now/now/at the moment)