Leerjaar 2 VOA Economie en handel H6 les 3 + herhalingstoets van alles.

H6 les 3 Werken achter in een bakkerij
+ H7 herhalingstoets
+ toets van het hele boek: Economie en handel.
(9 vragen maar 10 punten!)
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WereldoriëntatieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H6 les 3 Werken achter in een bakkerij
+ H7 herhalingstoets
+ toets van het hele boek: Economie en handel.
(9 vragen maar 10 punten!)

Slide 1 - Slide

De vorige les:
Wie weet nog wat "rijzen" betekent in de bakkerij?

Slide 2 - Slide

Milieuvriendelijk werken 
-Tijdens je werk houd je rekening met het milieu
-Bij het opruimen scheid je het afval
-Je probeert niet onnodig energie te verspillen
-Je gebruikt niet te veel schoonmaakmiddelen en het liefst milieuvriendelijke producten.

Slide 3 - Slide

Afval scheiden
-Op je werk heb je te maken met verpakkingsafval
-Dat afval moet je scheiden
-Karton en papier gaan in de papierbak
-Plastic in de plastic bak
-Gft in de gft-bak -Glas in de glasbak en 
-chemisch afval lever je in bij de milieustraat

Slide 4 - Slide

Zuinig met energie en water
-Tijdens je werk let je er altijd op dat je geen energie en water verspilt
-De deuren van de koeling houd je zoveel mogelijk dicht
-Je laat de kraan niet onnodig open staan
-Je bent zuinig.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Biologische producten
-In de bakkerij werken ze met biologische eieren en melk
-Deze producten zijn op een milieuvriendelijke manier verkregen.

Slide 7 - Slide

Tot slot
-Dit hoofdstuk ging over het werken in een bakkerij
-Je weet nu hoe belangrijk voedselveilig werken is
-Je hebt producten op kwaliteit beoordeeld
-Je weet dat je bakkersproducten kunt verwerken
-Je weet dat je milieuvriendelijk moet werken.

Slide 8 - Slide

Je bent aan het vakkenvullen.
Welke datum zet je voorin het schap?
A
22-03-23
B
25-03-23
C
18-01-23
D
22-03-24

Slide 9 - Quiz

Hoe heet dit hulpmiddel
om goederen te lossen?
A
steekwagen
B
oplegger
C
rolcontainer
D
palletwagen

Slide 10 - Quiz

Goede of foute tilhouding?
A
goede houding
B
foute houding

Slide 11 - Quiz

Goede of foute tilhouding
A
goede houding
B
foute houding

Slide 12 - Quiz

Je werkt in de kantine. Het is 10:00 uur in de ochtend. Om 12:00 uur komen ze lunchen. Wat kun je vast voorbereiden?
A
frikandel speciaal maken
B
uitsmijter maken
C
thee zetten
D
soep maken

Slide 13 - Quiz

Je moet altijd hygiënisch werken.
Noem 2 voorbeelden van hygiënisch werken in de keuken. (2 punten)

Slide 14 - Open question

Wat betekent T-H-T als dit bij de datum op een product staat?

Slide 15 - Open question

Je bent vakken aan het vullen. Een klant vraagt waar ze de wijn kan vinden. Je hebt geen idee. Wat zeg je tegen de klant?
A
U ziet toch dat ik bezig ben?
B
Kijk maar even rond, dan komt u het vanzelf tegen.
C
Heeft u een moment? Ik vraag het mijn collega.
D
Ik weet het niet mevrouw.

Slide 16 - Quiz

Welke grondstof moet je in de koelkast bewaren?
A
meel
B
melk
C
eieren
D
rozijnen

Slide 17 - Quiz

Welke kleur plank pak is als ik groente wil snijden?
A
wit
B
geel
C
rood
D
groen

Slide 18 - Quiz