Taal 4.4.1 achtervoegsel

Taal 4.4.1
Het achtervoegsel
1 / 12
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 8

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Taal 4.4.1
Het achtervoegsel

Slide 1 - Slide

Lesdoel: we leren wat een achtervoegsel is

Slide 2 - Slide

Weet je het nog?
Wat is een achtervoegsel?

Slide 3 - Open question

Een achtervoegsel
  • Een vast stukje dat zelf geen woord is, maar dat je achter een woord kan plakken. Hierdoor ontstaat een nieuw woord. 
  •  Je kunt het gebruiken om achter (een deel van) de betekenis van een woord te komen. 
  •  In deze les gaan we werken met: -teit, -heid, -dom en -schap. 

Slide 4 - Slide

Mijn zusje is al twee weken verkouden. De ... gaat maar niet over.
A
Verliefdheid
B
Gezondheid
C
Verkoudheid

Slide 5 - Quiz

Ik ben erg draaierig. Ik heb last van ....
A
Droefheid
B
Duizeligheid
C
Duisterheid

Slide 6 - Quiz

Even voor de duidelijk..... : het mag niet!
Het kampioen... werd goed gevierd. 
Deze auto is mijn persoonlijk eigen...
schap
heid
dom

Slide 7 - Drag question

Typ de woorden met het juiste achtervoegsel.
1. ouder
2. kwaad
3. vriend
4. majes
Kies uit: - teit, -schap, -dom, -heid,

Slide 8 - Open question

Woorden met achtervoegsel
Woorden zonder achtervoegsel
Handarbeid
Opgeleid
Haalbaarheid
Luiheid
Nauwkeurigheid
Dienstmeid

Slide 9 - Drag question

Woorden met achtervoegsel
Woorden zonder achtervoegsel
Leefbaarheid
Boerenmeid
Keukenmeid
Blijheid
Berggeit
Kwaadheid

Slide 10 - Drag question

Is de lesstof duidelijk en kan je aan het werk?
Ja! Ik kan aan de slag
Ik wil graag nog extra instructie

Slide 11 - Poll

Aan de slag
4.1.1
Maken opdracht 2 + 20plus

Slide 12 - Slide