15.5

15.5
Zintuigen en Regeling
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

15.5
Zintuigen en Regeling

Slide 1 - Slide

Vandaag
-Examenopdrachten bespreken
-Uitleg 15.5
-Zelf aan de slag met de opdrachten

Slide 2 - Slide

doel
je weet het verschil tussen enteroreceptoren en exteroreceptoren
je weet chemoreceptoren zijn
je weet wat drukreceptoren zijn
je weet wat propioreceptoren zijn
je kunt de principes van een regelkring bij de werking van het zenuwstelsel herkennen
je kunt de relatie tussen zintuigstelsel, zenuwstelsel en spierstelsel

Slide 3 - Slide

exteroreceptoren
reageren op prikkels van buiten het lichaam
oog, oog etc.

Slide 4 - Slide

enteroreceptoren
reageren op prikkels vanuit het interne milieu
chemoreceptoren
drukreceptoren

Slide 5 - Slide

Proprioreceptoren:
 receptoren die gevoelig zijn voor info van spieren en gewrichten 
spierspoeltjes en peeslichaampjes 

Slide 6 - Slide

kijk nu naar het filmpje in de volgende dia

Slide 7 - Slide

2

Slide 8 - Video

04:36
Welk type zenuwcel is de groene lijn in het plaatje?
A
motorische neuron
B
sensorische neuron
C
schakelneuron
D
geen neuron

Slide 9 - Quiz

05:52
Wat is de adequate prikkel voor het peeslichaampje?
A
spanning op de spier
B
spanning op de pees
C
lengteverandering van de pees
D
lengteverandering van de spier

Slide 10 - Quiz

In de afbeelding is schematisch weergegeven op welke wijze enkele neuronen in een bepaalde reflexboog met elkaar zijn verbonden.
Door uitrekking van de spier P ontstaan impulsen in de sensorische vezel verbonden met het spierspoeltje.  

Daarop volgt een reflex die de spier weer in de oorspronkelijke toestand brengt. Een aantal synapsen en schakelingen is genummerd.

Slide 11 - Slide

In de afbeelding zie je schematisch een deel van de schakeling tussen het centrale zenuwstelsel en de buigspier en de strekspier in de rechter bovenarm weergegeven.

Een spierspoeltje is een zintuig dat op spanningsveranderingen in de spier reageert.

De cijfers 1 t/m 5 geven synapsen aan en de cijfers 6 en 7 schakelingen. 

Bij een korte, krachtige, reflexmatige samentrekking van de buigspier wordt de strekspier sterk uitgerekt. In reactie daarop trekt de strekspier zich samen: dit wordt de 'herstelreflex' genoemd. 

Slide 12 - Slide

Uitleg
Strekspier wordt uitgerekt en in het spierspoeltje er ontstaat een impuls. 

- 4 (naar motorisch neuron) & 5 (naar schakelneuron) beide exciterend

- Van motorneuron naar motorische eindplaat (7) in strekspier is exciterend, de strekspier spant samen. 
- Van schakelneuron naar motorische neuron verbonden met buigspier (2) inhiberend -> geen actiepotentiaal naar buigspier.  
- Bij 1 & 3 gebeurd niks, dit zijn namelijk de synapsen van schakelcellen verbonden met hersenen, hier komt nu geen impuls vandaan want het gaat om een reflex = onbewust.  

Slide 13 - Slide

Wat is de functie van een pees?
A
Beschermt de spier tegen beschadiging
B
Zorgt dat de spier niet uit elkaar valt
C
Aanspannen en ontspannen van de spier
D
Houdt de spier aan het bot vast

Slide 14 - Quiz

Peeslichaampjes
 geven informatie aan hersenen over spanning op pees en spier, te hoge spanning: dan spier ontspannen 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Peeslichaam-reflex
 beschermt spier van buitengewoon zware belasting door de spier te laten ontspannen en de lading te laten vallen

Slide 17 - Slide

maak nu de opgaven van 15.5

Slide 18 - Slide