Vraag 10: --> houdt de tekst erbijGeef bij elke bewering over ‘goalball’ aan of deze juist of onjuist is
volgens de tekst. (alinea 2)
Nummer 1 t/m 4 en schrijf op ‘juist’ of ‘onjuist’.
1 De spelers moeten de bal in een doel schoppen.
2 De spelers spelen met elkaar en niet tegen elkaar.
3 De spelers kunnen horen waar de bal is.
4 De spelers dragen speciale bescherming.