Quiz herhaling hfst 3 Economische ontwikkeling

Quiz herhaling hfst 3 Economische ontwikkeling
1 / 17
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Quiz herhaling hfst 3 Economische ontwikkeling

Slide 1 - Slide

In een perifeer land werken de meesten mensen in de sector:
A
Primaire
B
Secundaire
C
Tertiaire
D
Diensten

Slide 2 - Quiz

tertiaire sector
industrie
landbouw
diensten
primaire sector
secundaire sector
periferie 
semiperiferie
Centrum

Slide 3 - Drag question

Wat hoort niet bij de landbouw?
A
Akkerbouw
B
Veeteelt
C
Visserij
D
Tuinbouw

Slide 4 - Quiz

Waarom stellen landen in de (semi)periferie Speciale Economische Zones in?

Slide 5 - Open question

Als in een land veel mensen in de primaire sector, de landbouw, werken, dan is het land waarschijnlijk een...
A
centrumland
B
perifeer land

Slide 6 - Quiz

Wat hoort niet bij duurzame landbouw?
A
gemengde landbouw
B
extensieve landbouw
C
bosbouw
D
genetische modificatie

Slide 7 - Quiz

Is er sprake is van extensieve- of intensieve landbouw op de afbeelding?
A
Extensieve landbouw
B
Intensieve landbouw

Slide 8 - Quiz

Is er sprake van zware of lichte industrie op de afbeelding?
A
Zware
B
Lichte

Slide 9 - Quiz

Wat zijn belangrijke vestigingsfactoren voor bedrijven

Slide 10 - Open question

Welke drie productiefactoren hebben we besproken?

Slide 11 - Open question

Machines nemen steeds meer het werk over van mensen.

Welk begrip past hier bij?
A
Mechanisatie
B
Automatisering
C
Monocultuur
D
Specialisatie

Slide 12 - Quiz

Tertiaire sector = kantoorbanen, primaire sector = landbouw, secundaire sector = industrie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat is géén gevolg van schaalvergroting in de landbouw?
A
Lagere kosten
B
Verlies van biodiversiteit
C
Genetische modificatie
D
Lager aantal boeren

Slide 14 - Quiz

Tot welke sector van werk horen de banen in de informele sector meestal?
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten
D
Geen van deze drie

Slide 15 - Quiz

Landbouw sector
Industrie sector
Diensten sector

Slide 16 - Drag question

Wat betekent export?
A
Alle bedrijven die diensten verlenen. Heet ook tertiaire sector.
B
Levering van producten en diensten aan een ander land.
C
Bedrijf met vestigingen in verschillende landen.
D
Vervanging van arbeid door computers en computerprogramma’s.

Slide 17 - Quiz