Tropisch Regenwoud: Dicht, ondoordringbaar bos in de warme en vochtige tropen.
Etages: Boomkruinen op verschillende hoogten in een bos.
Tropen: Warme luchtstreek bij de evenaar tussen 231/2oN.B. en 23 1/2oZ.B.
Lage breedte: De ligging van een plaats dicht bij de evenaar (minder dan 30o).
Ontbossing: Het kappen van bossen.
Bevolkingsspreiding: De verdeling van mensen over een land of gebied.
Duurzaam: Ervoor zorgen dat iets altijd blijft bestaan.
Herbebossing: Het opnieuw aanplanten van jonge bomen na een houtkap.