What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
herhaling pv, wwg, o en lv
Hoe vind je de persoonsvorm?
A
Het zijn alle ww in een zin.
B
Wie doet wat in de zin?
C
Door de tijdproef en de vraagproef
D
Door de zin in de voltooide tijd te zetten.
1 / 12
next
Slide 1:
Quiz
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
This lesson contains
12 slides
, with
interactive quizzes
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Hoe vind je de persoonsvorm?
A
Het zijn alle ww in een zin.
B
Wie doet wat in de zin?
C
Door de tijdproef en de vraagproef
D
Door de zin in de voltooide tijd te zetten.
Slide 1 - Quiz
De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
A
ja
B
nee
C
misschien
D
weet niet
Slide 2 - Quiz
Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde (wwg)?
A
Door de zin vragend te maken.
B
Het is de persoonsvorm en alle andere ww.
C
Wie doet wat in de zin?
D
Door de zin in een andere tijd te zetten.
Slide 3 - Quiz
Hoe vind je het onderwerp?
A
Door de zin vragend te maken.
B
Door de zin in de verleden tijd te zetten.
C
Wie doet wat in de zin?
D
Wie/wat + wwg?
Slide 4 - Quiz
Hoe vind je het lijdend voorwerp?
A
Wie doet wat in de zin?
B
Wie/wat + wwg?
C
Wie/wat +wwg +o?
D
Door de zin vragend te maken.
Slide 5 - Quiz
wie/wat + wwg?
wie/wat +wwg+o?
pv+ alle andere ww
het onderwerp
het werkwoordelijk gezegde
het lijdend voorwerp
Slide 6 - Drag question
Wat is het wwg in de volgende zin:
Ik heb gisteren aan de klas een mooi boek voorgelezen.
A
ik
B
een mooi boek
C
heb
D
heb voorgelezen
Slide 7 - Quiz
Wat is het onderwerp in de zin:
Ik heb gisteren aan de klas een mooi boek voorgelezen.
A
een mooi boek
B
aan de klas
C
ik
D
gisteren
Slide 8 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp in de zin:
Ik heb gisteren aan de klas een mooi boek voorgelezen.
A
ik
B
aan de klas
C
een mooi boek
D
gisteren
Slide 9 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in de zin:
Ik eet elke zaterdag met mijn vader een visje op de markt.
A
eet
B
met mijn vader
C
op de markt
D
ik
Slide 10 - Quiz
Wat is het onderwerp in de zin:
Ik eet elke zaterdag met mijn vader een visje op de markt.
A
op de markt
B
ik
C
met mijn vader
D
een visje
Slide 11 - Quiz
Wat is het lijdend voorwerp in de zin:
Ik eet elke zaterdag met mijn vader een visje op de markt.
A
ik
B
met mijn vader
C
een visje
D
op de markt
Slide 12 - Quiz
More lessons like this
NL grammatica
May 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Les 4: lijdend en meewerkend voorwerp
February 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
SCC M4 L3 zinsleer (herhaling)
March 2023
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
SCC D1 L5 zinsleer (herhaling)
August 2023
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
T21 - Zinsleer: herhaling
October 2023
- Lesson with
47 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
SCC M4 L4 zinsleer bwb
October 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Zinsleer - herhalen
April 2024
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 12