3e uur: HEA rkt - 29-01-21 Breuken vereenvoudigen

• Rekenen
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Rekenen Breuken

Breuken

Breuken vereenvoudigen

Herhalen: wat zijn breuken

01:10

Wat is een breuk?

1. Iets wat gebroken is.
2. Je breekt dingen, getallen in stukjes.
3. Een deel van iets.

02:19

Welke breuk hoort bij "de helft"?

1. ​4​​1​​
2. ​3​​1​​
3. ​2​​1​​
4. 1

03:06

Welke breuk hoort bij het stukje chocola?

1. ​2​​1​​
2. ​4​​1​​
3. ​3​​1​​
4. ​5​​1​​

05:36

Hoe heet 1 stuk?

1. ​2​​1​​
2. ​4​​1​​
3. ​6​​1​​
4. ​8​​1​​

06:43

Welke breuk hoort hierbij?

1. ​8​​1​​
2. ​2​​1​​
3. ​4​​1​​
4. ​10​​1​​

06:56

Welke breuk hoort bij 3 van deze stukken?

1. ​24​​3​​
2. ​8​​3​​
3. ​4​​3​​
4. ​16​​3​​

10:08

Hoe is een breuk opgebouwd?

1. ​noemer​​teller​​
2. ​teller​​noemer​​

00:14

Wat betekent "breuken vereenvoudigen"?

1. Eenvoudig maken van breuken.
2. De teller en noemer kleiner maken.

00:15

Hoe moet je breuken vereenvoudigen?

1. Niks doen.
2. Teller en noemer delen door hetzelfde getal.
3. De getallen breken.
4. Keersommen maken.

00:42

Kun je 4 en 6 allebei delen door 2?

1. ja
2. nee

01:00

Kun je 3 en 9 allebei delen door 2?

1. ja
2. nee

01:08

Kun je 3 en 9 allebei delen door 3?

1. ja
2. nee

01:10

Welke breuk krijg je dan?

1. ​3​​1​​
2. ​3​​3​​
3. ​9​​1​​

01:25

Kun je 10 en 18 allebei delen door 2?

1. ja
2. nee

01:27

Welke vereenvoudigde breuk wordt 10/18?

1. ​18​​10​​
2. ​9​​5​​

01:59

Kun je 12 en 15 allebei delen door 2?

1. ja
2. nee

02:03

Kun je 12 en 15 allebei delen door 3?

1. ja
2. nee

02:14

Welke vereenvoudigde breuk hoort bij 10/25?

1. ​5​​1​​
2. ​5​​2​​
3. ​12​​2​​
4. ​3​​2​​

02:36

Welke vereenvoudigde breuk hoort bij 35/49?

1. ​10​​5​​
2. ​10​​7​​
3. ​7​​5​​
4. ​5​​7​​

03:13

Welke vereenvoudigde breuk hoort bij 5/4?

1. Kan niet.
2. 1​4​​1​​
3. 1 en een beetje
4. 1​5​​1​​