Koning Willem II liet in 1848 een levensgroot schilderij van zichzelf in de
Eerste Kamer ophangen. Hij zei daarbij tegen de Eerste Kamerleden:
“Door de nieuwe Grondwet kan ik niet meer bij u komen, daarom wil ik u
mijn portret geven, dan ben ik altijd bij u”.
Wat was de reden dat koning Willem II deze uitspraak deed?
Door de nieuwe Grondwet van 1848
A mocht de koning alleen nog maar Tweede Kamerleden benoemen.
B verloor de koning veel politieke macht.
C was de koning geen voorzitter meer van de Eerste Kamer.
D werd de koning lid van het parlement