5.5 Gedrag

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

6.5 gedrag

Gedrag

Gedrag bestaat uit handelingen

Bespieden, sluipen, bespringen, doden, meeslepen en opeten

Gedragsketen

De ene handeling leid de volgende op

Een leeuw spied zijn prooi --> Hij merkt zijn prooi op

Reageren

Reactie van een prikkel heeft een respons

Voorbeelden

Wat is de respons als ik hier met een zak snoepjes sta?

Soorten prikkels

Inwendige prikkel: je krijgt honger en wil eten. 

Honger ontstaat in je lichaam

Uitwendige prikkel: Je ruikt versgebakken brood

De geur komt van buiten je lichaam

Je gaat naar de toilet omdat je moet plassen

1. Inwendige prikkel
2. Uitwendige prikkel

Motivatie

Motivatie is je bereidheid tot het verrichten van bepaald gedrag

Heb je net gegeten, dan is je motivatie niet hoog om een boterham te gaan eten

Heb je net 3 uur lang voor een toets geleerd, dan is je motivatie niet zo hoog om je huiswerk te maken

Heb je net gegeten, dan is je motivatie niet hoog om een boterham te gaan eten

Heb je net 3 uur lang voor een toets geleerd, dan is je motivatie niet zo hoog om je huiswerk te maken

Soort gedrag

aangeleerd gedrag

Aangeboren gedrag

Sociaal gedrag

Sociaal gedrag: Gedrag van soortgenoten naar elkaar.

Signaal: Prikkel of handeling bij sociaal gedrag.

Normen en waarden

Observatie en interpretatie 

Observatie: Ik zie dat een hand omhoog gaat

Interpretatie: ik denk dat deze persoon een vraag heeft

Wat is een observatie?

1. De hond kwispelt
2. De hond is blij

Aan de slag!

5.5 gedrag

1, 2, 3, 5, 6 + 7