conditional clauses

conditional clauses
Voorwaardelijke bijzinnen (if-zinnen)
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

conditional clauses
Voorwaardelijke bijzinnen (if-zinnen)

Slide 1 - Slide

Wat zijn conditional clauses?
Conditional clauses zijn zinnen met het woord if erin
(in het Nederlands: voorwaardelijke bijzinnen; zinnen met 'als' of 'indien'.)

Slide 2 - Slide

Een voorbeeld:
If you repair my bike, I'll buy you a pizza.

If = als (de voorwaarde; dit moet eerst gebeuren)
Gevolg: wat er daarna gebeurt

Als je mijn fiets maakt, (dan) koop ik een pizza voor je.

Slide 3 - Slide

Vorm van de if-zin
Een if-zin bestaat uit twee delen:
hoofdzin + bijzin die met if begint

You'll feel a whole lot better if you exercise more

De bijzin begint met if. Hier wordt de voorwaarde genoemd.

Slide 4 - Slide

De hoofdzin en bijzin kunnen van positie wisselen

You'll feel much better if you exercise more.
If you exercise more, you'll feel much better.

(Let op: Als de zin begint met if, moet er een komma staan tussen de twee zinsdelen)

Slide 5 - Slide

Hoe gebruik je if-zinnen?
Er zijn vier typen if-zinnen:
  1. Zero conditional
  2. first conditional
  3. second conditional
  4. Third conditional (deze behandelen we hier niet)

Slide 6 - Slide

Zero conditional
Voorbeeld: Plants grow better if they get enough light and water.
Vorm: hoofdzin = present simple
bijzin = present simple
Als je aan de voorwaarde voldoet gebeurt dit altijd. Feit.

Slide 7 - Slide

If you mix red and blue, you ... purple
A
would get
B
will get
C
get
D
are going to get

Slide 8 - Quiz

If it ..., the ground gets wet.
A
will rain
B
rain
C
rained
D
rains

Slide 9 - Quiz

First conditional
Voorbeeld: If I see Jane, I will invite her to our party too.

Bijzin met if = present simple
Hoofdzin = will/(shall) + hele werkwoord

Dit gaat zeer waarschijnlijk gebeuren als er aan de voorwaarde wordt voldaan.

Slide 10 - Slide

If you study hard, you ... the exam.
A
will pass
B
would pass
C
have passed
D
pass

Slide 11 - Quiz

If we ... now, we will arrive on time.
A
will leave
B
leave
C
left
D
leaves

Slide 12 - Quiz

Second conditional
Voorbeeld: If I won a million pounds, I would buy a house in LA.

Bijzin = past simple

Hoofdzin = would + hele werkwoord
Het is onwaarschijnlijk dat er aan de voorwaarde wordt voldaan. Het is niet realistisch.

Slide 13 - Slide

If I ... the lottery, I would travel the world.
A
will win
B
win
C
won
D
would win

Slide 14 - Quiz

If she were here, she ... us.
A
will help
B
would help
C
helps
D
helped

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

You ... (feel) a lot better if you relax more.

Slide 17 - Open question

If you press this button, the air conditioning ... (stop) working.

Slide 18 - Open question

We ... (build) two large swimming pools if I were the campsite owner.

Slide 19 - Open question