1.4 Kom je uit met je geld?

Economie 2 Mavo
1.4 Kom je uit met je geld?
Meneer Tsang
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo lwoo, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Economie 2 Mavo
1.4 Kom je uit met je geld?
Meneer Tsang

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Starthouding

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Deze week leer je het volgende:
  1. Wat voor soorten inkomens er zijn
  2. Wat een begroting is
  3. Welke soorten uitgaven er zijn
  4. Hoe je bedragen omrekent van week naar maand en van maand naar week
  5. Wat reserveren is en hoe je dat berekent.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Soorten inkomen
Er zijn 3 soorten inkomen:
  • Loon of salaris ( Als je werkt voor een baas)
  • Winst ( Als je werkt voor jezelf)
  • Uitkering ( Ontvang je van de overheid, bv. als je 67+ bent)


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Soort uitgave
Er zijn drie soorten uitgaven:
  • Vaste lasten (Uitgaven zoals huur, abonnement, contributie)
  • Dagelijkse uitgaven (Uitgaven voor het huishouden, eten en drinken)
  • Incidentele uitgaven (Grote uitgaven die je niet zo vaak doet, zoals het kopen van kleding of apparaten)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Begroting
Als je wilt weten hoe jouw inkomsten en uitgaven eruit zien maak je een begroting.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Reserveren
Voor incidentele uitgaven moet je soms sparen. Daarom is het verstandig ervoor te reserveren. Dan zet je telkens een bedrag opzij, zodat je later een bepaalde grote uitgave kunt betalen.

Reservering per maand = benodigd bedrag : aantal maanden


 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Over 9 maanden is het kerstvakantie. Dan wil je een snowboard kopen van € 225.

Hoeveel moet je per maand reserveren?

Slide 8 - Open question

€ 225 : 9 = € 22,50 per maand
Rekenen met weken en maanden
Rekenregel bij omrekenen week  - jaar - maand:

ALTIJD EERST OMREKENEN NAAR BEDRAG/AANTAL PER JAAR!!!!!

  • € 5 per week
  • € 5 x 52 = € 260 per jaar
  • € 260 : 12 = € 21,67 per maand


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Reken de volgende uitgaven om:

€ 45 per week = € … per maand
€ 250 per maand = € … per week

Slide 10 - Open question

- € 45 x 52 = € 2.340 : 12 = € 195 per maand
- € 250 x 12 = € 3.000 : 52 = € 57,69 per week

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

AAN DE SLAG.
Volg jouw route en maak de opdrachten van 1.4 af.
Maak alle rekensommen af t/m 23.
Leerdoelen check!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions