- In tweetallen of alleen
- Kies kaart 5 of 15 (in een tweetal verdeel je dit)
- Schrijf in het Engels op wat je kan zeggen.
(Je mag de zinnen opzoeken in het boek op blz. 156)
- Oefen het gesprekje.
- Een paar leerlingen worden uitgekozen om het hardop te doen.