frans leukste les

Oefentoets unité 4
1 / 12
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Oefentoets unité 4

Slide 1 - Slide

vertaal het woord: avoir le sens de l'orientation

A
willekeurig
B
kunnen
C
kunnen
D
richtinggevoel hebben

Slide 2 - Quiz

vertaal het woord: bon courage

A
sterkte
B
de moeite, inspanning
C
hetzelfde
D
de moelijkheid

Slide 3 - Quiz

vertaal het woord: se faire mal

A
gevarieerd
B
zich bezeren
C
zichzelf
D
het beroep

Slide 4 - Quiz

betekend il a de tout de stuntman?

A
ja
B
nee

Slide 5 - Quiz

vertaal het woord: la terre

A
snel
B
de aarde, grond
C
de bodem, grond
D
vallen

Slide 6 - Quiz

vertaal het woord: l'accrobranche

A
het klimmen in bomen
B
zich bezeren
C
daarentegen
D
zichzelf

Slide 7 - Quiz

vertaal het woord: l'état

A
het gewicht
B
volgen
C
sterk
D
de staat, toestand

Slide 8 - Quiz

vul het goede woord in de zin: Nous (passé composé) prendre une autre route

A
a dû
B
avons dû
C
avez dû
D
ont dû

Slide 9 - Quiz

vul het goede woord in de zin: tu (devoir) écouter

A
doit
B
devez
C
dois
D
devons

Slide 10 - Quiz

wat is het bijwoord van beter?

A
meilleur
B
bon
C
mieux
D
bien

Slide 11 - Quiz

bunus vraag: vul de goede vorm in: C'est (vrai) bête

Slide 12 - Open question