BS 1.6

BS 1.6: bestuiving, bevruchting en verspreiding
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BS 1.6: bestuiving, bevruchting en verspreiding

Slide 1 - Slide

Planning
Leerdoelen
Uitleg BS 1.6
Opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt omschrijven wat bestuiving is
  • Je kent het verschil tussen zelfbestuiving en kruisbestuiving
  • Je kunt kenmerken van insectenbloemen en windbloemen noemen
  • Je kent de verschillen tussen stuifmeelkorrels bij wind- en insectenbloemen
  • Je kunt vertellen hoe bevruchting bij zaadplanten verloopt
  • Je kunt in een plaatje herkennen hoe verspreiding van vruchten plaatsvindt (door de plant zelf, door dieren en/ of mensen, door de wind)

Slide 3 - Slide

Bestuiving
Bij bestuiving komt het stuifmeel (mannelijke geslachtscel) op de stamper (vrouwelijk voortplantingsorgaan)
 

Dit geldt alleen voor twee planten van dezelfde soort.

Slide 4 - Slide

Kruisbestuiving en zelfbestuiving
  • Zelfbestuiving vindt plaats tussen bloemen van dezelfde plant.
  • Kruisbestuiving vindt plaats tussen bloemen van verschillende planten (van dezelfde soort).

Slide 5 - Slide

Via insecten
  • Insectenbloemen
  • Opvallend gekleurd
  • Ruiken lekker (nectar)
  • Stuifmeelkorrels zijn vaak ruw
Via de wind
  • Windbloemen
  • Kleine bloemen
  • Veel meeldraden
  • Stuifmeelkorrels zijn vaak glad

Slide 6 - Slide

Na bestuiving komt bevruchting

Alleen als de plant van dezelfde soort is!
Een roos kan niet een tulp bevruchten
Zoals bijvoorbeeld een walvis geen zebra kan bevruchten

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Vruchtbeginsel en zaadbeginsel
  • Uit 1 vruchtbeginsel kan 1 vrucht ontstaan
  • Uit 1 zaadbeginsel kan 1 zaad ontstaan 

De vruchtbeginsel begint met groeien tot een vrucht als 1 of meerdere zaadbeginsels worden bevrucht

Slide 13 - Slide

Verspreiding van zaden
  • door de wind: pluisjes, vleugels
  • door dieren: zaden worden niet verteerd en ergens anders uitgepoept.
  • door de plant zelf: open schieten en wegslingeren. 

Slide 14 - Slide

Opdrachten maken 
Basisstof
Opdrachten
1.6
practicum 10: blz 67
tekening in mapje
opdrachten
52  53   56  60
1.7
65  69   70

Slide 15 - Slide