Fictie week 40 2C les 1

1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Fictie in Kern & Planning
Planning
Week 39 H 7 en 8
Week 40 H 20 en 21
Week 41 H 35 en 36
Week 42 vakantie
Week 43 werkwoordspelling en opdracht fictie
Week 44 maandag 31 oktober inleveren opdracht fictie en vrijdag 4 november toets werkwoordspelling


Slide 2 - Slide

Lesdoelen 

Je leert hoe je jouw oordeel over een verhaal geeft en onderbouwt. 

Slide 3 - Slide

Vandaag

Fictie



  1. 10 min stil lezen
  2. Huiswerk nakijken 
  3. Uitleg H35 een verhaal beoordelen



  4. Keuze


Slide 4 - Slide

Stil lezen......
......en dan is het echt stil!

timer
10:00

Slide 5 - Slide

Herhaling vorige les

Wat is fictie? Wat is realistische fictie?

Wat is non-fictie? 




Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Huiswerk nakijken


H8 blz. 20 opdracht 11 t/m 14 (tekst Gesplitst)

Slide 16 - Slide

Aan de slag

Keuze
  • Maken H35 blz. 74 opdracht 1 t/m 9. Dit is tevens huiswerk voor de volgende les. 
  • Oefenen met werkwoordspelling (einde van deze LessonUp).
  • Lezen 
  • Aan de slag met je fictieopdracht.


timer
10:00

Slide 17 - Slide

Ik word/wordt helemaal gek van die werkwoorden.
A
word
B
wordt

Slide 18 - Quiz

Jij vind/vindt het wel leuk volgens mij.
A
vind
B
vindt

Slide 19 - Quiz

Nou, nee hoor. Ik vind/vindt er ook geen bal aan.
A
vind
B
vindt

Slide 20 - Quiz

De uitnodiging vermeld/vermeldt niet hoe laat het feest begint.
A
vermeld
B
vermeldt

Slide 21 - Quiz

Je raad/raadt nooit wie ik vandaag bij het station tegenkwam.
A
raad
B
raadt

Slide 22 - Quiz

Wij (wachten) samen op de bus (VT)
A
wachten
B
wachtten

Slide 23 - Quiz

Ik benijd/benijdt je echt om je mooie rode krullen!
A
benijd
B
benijdt

Slide 24 - Quiz

Femke ruimde (mopperen) haar kamer op
A
mopperende
B
mopperent
C
mopperend

Slide 25 - Quiz

Ze (beantwoorden) de vraag op de juiste manier (VT)
A
beantwoordde
B
beantwoorde

Slide 26 - Quiz

Rijd/Rijdt je broer al lang op die brommer?
A
Rijd
B
Rijdt

Slide 27 - Quiz

(huilen) rende ze de klas uit
A
huilend
B
huilende
C
huilent

Slide 28 - Quiz

De korting werd bij de kassa (verrekenen)
A
verrekent
B
verrekend

Slide 29 - Quiz

De kat gaf (miauwen) aan dat het haar niet beviel.
A
miauwende
B
miauwend
C
miauwent

Slide 30 - Quiz

Houd/Houdt de keeper van jouw elftal weleens een penalty tegen?
A
Houd
B
Houdt

Slide 31 - Quiz

Zijn voor jou de lesdoelen behaald?
  1. Ik kan zelf een recensie schrijven over een verhaal. 
  2. Ik weet op welke kenmerken je een boek kunt beoordelen als je een recensie schrijft. 

Slide 32 - Slide

Hoe ging deze les?

Wat heb je geleerd vandaag?

Wat vond je leuk aan deze les? 

Heeft iemand vragen?

Slide 33 - Slide

Volgende les


  • Oefenen  met het beoordelen en schrijven van een recensie H36.

  • Je neemt je leesboek mee. 

Slide 34 - Slide

Huiswerk


Maken H35 blz. 74 opdracht 1 t/m 9

Slide 35 - Slide