H2D 31-05-2022

Wanneer gebruiken we een present simple?
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wanneer gebruiken we een present simple?

Slide 1 - Slide

Wanneer gebruiken we een present simple?

- Bij feiten in de tegenwoordige tijd
- Bij gewoontes in de tegenwoordige tijd

Slide 2 - Slide

Hoe vormen/maken we een present simple?

Slide 3 - Slide

Hoe vormen/maken we een present simple?

- Hele werkwoord
- Hele werkwoord + -s bij he/she/it

vb: Ice melts when it's warm

Slide 4 - Slide

Wanneer gebruiken we een present continuous?

Slide 5 - Slide

Wanneer gebruiken we een present continuous?

- Wanneer iets op dit moment gebeurd

Ezelsbruggetje: het gebeurt contiNUous


Slide 6 - Slide

Hoe vormen/maken we een present continuous?

Slide 7 - Slide

Hoe vormen/maken we een present continuous?

- am/is/are + hele werkwoord met -ing

vb: She is speaking on the phone right now.

Slide 8 - Slide

Wanneer gebruiken we een past simple?

Slide 9 - Slide

Wanneer gebruiken we een past simple?

- Wanneer iets gebeurd en geëindigd is in het verleden. Er is geen link naar nu.


Slide 10 - Slide

Hoe vormen/maken we de past simple?

- Hele werkwoord + -ed
of
- Het 2e rijtje van de onregelmatige werkwoorden

vb: I worked at Domino's pizza 10 years ago.

Slide 11 - Slide

Hoe vormen/maken we de past simple?

Slide 12 - Slide

Wanneer gebruiken we een past continuous?

Slide 13 - Slide

Wanneer gebruiken we een past continuous?

- Een activiteit in het verleden die langere tijd aan de gang was.

Slide 14 - Slide

Hoe vormen/maken we een past continuous?

Slide 15 - Slide

Hoe vormen/maken we een past continuous?

- was/were + het hele werkwoord met -ing

vb: We were playing tennis at our hotel

Slide 16 - Slide

Wanneer een past simple en past continuous in 1 zin staan, welke van de 2 is de kortere activiteit?

Slide 17 - Slide

Wanneer een past simple en past continuous in 1 zin staan, welke van de 2 is de kortere activiteit?



- De past simple is de kortere activiteit en de past continuous is de langere activiteit.

vb: He was swimming in the ocean when he saw a dolphin.

Slide 18 - Slide

Prepare for the S.O. chapter 5
Choose one of the options below based on the learning objectives of chapter 5:
1. get some extra grammar instruction;
2. study the words and/or the stones;
3. practice the grammar in the booklet you asked for;
4. practice the grammar online.

Slide 19 - Slide