THV2B Leçon 07: le passé composé (partie 2: de ontkenning)

1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programme pour la  leçon 7
Aujourd'hui (=vandaag) :
- Huiswerk overhoring 1-3 N-F
- Écouter et lire: D'accord
- Apprendre la négation au passé composé
- Un peu de culture : le carnaval



mercredi 8 février 

Slide 2 - Slide

Nog niet geregistreerd (D'ACCORD) 
Kayleigh -  Kerem - Bart - Emirhan - Klaas - Oemaima - Mehran -  Meliora - Jente - Xander
HAVO/VWO 2, code = 775496

Slide 3 - Slide

D'accord
Chapitre 1 > 1.2 > 5 + 6 + 8

Slide 4 - Slide

Even een terugblik op de vorige les.

Qu'est-ce que c'est "Le Passé Composé"? :
A
De verleden tijd
B
De tegenwoordige tijd
C
De voltooid tegenwoordige tijd
D
De toekomstige tijd

Slide 5 - Quiz

Hoeveel werkwoorden heb je ALTIJD nodig bij het maken van een passé composé?
A
een
B
twee
C
drie
D
passé composé? huh?

Slide 6 - Quiz


Hulpwerkwoord + voltooid deelwoord = voltooid tegenwoordige tijd










Let op! Het voltooid deelwoord van een werkwoord op -er eindigt altijd op .
      
Hulpwerkwoord 

voltooid deelwoord

voltooid tegenwoordige tijd
J'ai
J'ai

J'ai
Tu as
écouter > écouté 
parler > parlé

avoir > eu
prendre > pris
J'ai écouté
J'ai parlé

J'ai eu
Tu as pris

Slide 7 - Slide

Le but d'aujourd'hui
  • Aan het einde van deze les kunnen jullie:

  • De ontkenning in de p. c.


Slide 8 - Slide

La négation et le passé composé
NE
PAS
HULPWERKWOORD

Slide 9 - Slide

Comment ça marche?
onderwerp + NE/N' + hulpwerkwoord + PAS + voltooid deelwoord
Exemple: J'ai aimé le musée. 
=> Je n'ai pas aimé le musée.

Slide 10 - Slide

Exemples
  • Nous avons écouté le chanteur. 
  • => Nous n'avons pas écouté le chanteur.
  • Il a rangé sa chambre.
  • => Il n'a pas rangé sa chambre.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Hoe ziet de juiste ontkenning er nu uit?
A
Il n'a pas regardé la télé
B
Il ne pas a regardé la télé.
C
Il a regardé ne pas la télé.
D
Il a ne regardé pas la télé.

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Faire l'exercice E page 15 (en silence)

  1. Margot n’a pas demandé // 20 euros à son père. = Margot heeft haar vader niet om 20 euro gevraagd. 
  2. Saïd et Damien n’ont pas mangé // à la cantine. = S. en D. hebben niet in de kantine gegeten.
  3. Vous n’avez pas regardé la finale de RG? = Jullie hebben de finale van RG niet gekeken.
  4. Le professeur n’a pas fermé la fenêtre. = De leraar heeft het raam niet gesloten.
  5. Damien et Clarisse n’ont pas dansé ensemble. = D. en C. hebben niet samen gedanst.
  6. Saïd n’a pas téléphoné à sa mamie. = S. heeft zijn oma niet gebeld.
  7. Je n’ai pas trouvé 100 euros dans la rue. = Ik heb geen 100 euro op straat gevonden.
  8. Nous n’avons pas visité le musée du Louvre. = We hebben het Louvre niet bezocht.

Slide 15 - Slide

Les devoirs:
Apprendre
- Supplément p.13-15: de ontkenning met le passé composé
- Quizlet/WRTS : 1-4 N-F

Slide 16 - Slide