Startrekenen 1F Procenten

Startrekenen 1F
1 / 42
next
Slide 1: Slide
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Startrekenen 1F

Slide 1 - Slide

Voor deze les heb je nodig?
Boek

Slide 2 - Slide


Aan het eind van de les:
weet jij wat een procent is en kun je uitrekenen hoeveel procent van iets gekleurd is.
Doelen

Slide 3 - Slide

Wanneer gebruik je procenten?

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Link

Slide 6 - Link

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Maken
Blz 208
Opdracht 1 en 2

Samen nakijken

Eerder klaar?
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Om 1 % = 1 stukje van de 100
Om 1% uit te rekenen deel je door 100.
Samenvatten

Slide 10 - Slide

Procenten, breuken en decimalen geven een gedeelte van een geheel aan.
Het is dus hetzelfde maar je schrijft het anders
10.2 Procenten, breuken en decimalen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Maken
Blz 209, 210
Opdracht 3 en 4
Vervolgens online studiemeter:
Perentage herkennen

timer
5:00

Slide 13 - Slide

Opdracht 3 en 4
Nakijken

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Je kunt het percentage ook uitrekenen door de breuk te vermenigvuldigen met 100%
Het geheel is 100%
1/10 van het geheel= 1/10 van 100%
1/10 x 100%=100%:10=10%
Theorie 2:

Slide 17 - Slide

Dus
Je maakt van de noemer het getal 100.

Voorbeeld:


1
x 50
50
2
x 50
100
1 / 2 is dus hetzelfde als 50%

Slide 18 - Slide

Hoeveel % is 1 / 4?
Maak van de noemer 100

Slide 19 - Open question

Hoeveel procent is 3 / 4?
Maak van de noemer 100

Slide 20 - Open question

Hoeveel % is 1 / 20?
Maak van de noemer 100

Slide 21 - Open question

Manier 2

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Stappenplan
Je maakt dus eigenlijk een deelsom.

1. Start met 100.
2. Kijk naar de breuk. Wat is de noemer?
3. maak de som 100 : de noemer.
4. geef het antwoord

Slide 25 - Slide

Een voorbeeld
Hoeveel procent is 1 / 4.

1. ik start met het getal 100.
2. De noemer is 4. Ik deel 100 dus door 4.
3. Ik maak de som 100 : 4 = 25
4. 1 / 4 is hetzelfde als 25%

Slide 26 - Slide

Hoeveel % is 1 / 20?
Maak er een deelsom van

Slide 27 - Open question

Hoeveel % is 1 / 2?
Maak er een deelsom van

Slide 28 - Open question

Een stap verder
Wat als de teller groter is dan 1?
Dan komt er 1 stap bij in het stappenplan.
Dit was het stappenplan:
1. Start met 100.
2. Kijk naar de breuk. Wat is de noemer?
3. maak de som 100 : de noemer.
4. geef het antwoord

Slide 29 - Slide

Dit wordt het stappenplan
1. Start met 100.
2. Kijk naar de breuk. Wat is de noemer?
3. maak de som 100 : de noemer.
4. Reken de som uit.
5. Kijk naar de teller. Doe het antwoord keer de teller.
6. schrijf het antwoord op.

Slide 30 - Slide

Een voorbeeld
Hoeveel procent is 2 / 4?
1. ik start met het getal 100.
2. De noemer is 4. Ik deel 100 dus door 4.
3. Ik maak de som 100 : 4 = 25
4. De teller is 2. Ik doe de uitkomst dus x2
5. 25 x 2 is 50
6. 2 / 4 is hetzelfde als 50%

Slide 31 - Slide

Hoeveel % is 3 / 4?
Maak gebruik van het stappenplan

Slide 32 - Open question

Hoeveel % is 7 / 10?
Maak gebruik van het stappenplan

Slide 33 - Open question

Maken
Opdracht 5, 6, en 7 op blz. 211 en 212
Kies zelf de manier die bij jou past.

Nakijken.
Daarna extra werkbladen

Slide 34 - Slide

van % naar breuk

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Belangrijk
Maak van de noemer 100.
20% = 20 / 100              45% = 45 / 100                 87% = 87 / 100

Daarna vereenvoudig je de breuk als dat kan.
Je mag zelf weten of je een verhoudingstabel gebruikt. 

Slide 38 - Slide

maken
Opdracht 8 en opdracht 9 blz. 213

Slide 39 - Slide

Studiemeter
Maak de oefening: "percentages en breuken".
Maak de oefening: "percentages herkennen" af.

Slide 40 - Slide

Maken
Boek
Blz 76-81 Delen opdracht 9-13

Studiemeter Domein 1- delen

Delen met grote getallen 
tientallen delen 

Slide 41 - Slide

Startrekenen 1F Procenten

Slide 42 - Slide