Hoofdstuk 7 - Les 4

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 3

Welkom

Nodig:

Boek B

Pen

Scherp potlood

Geodriehoek

Schrift

In deze les

Herhalen 5.1 + 5.2 

Uitleg 5.3 (lenzen)

Werken aan opdrachten 5.3

Aan het einde van de les kan ik:

het verschil beschrijven tussen positieve en negatieve lenzen

beeld construeren met een positieve lens (tekenen)

de voorwerpafstand en beeldafstand opmeten in een tekening

Lenzen

We kennen twee soorten lenzen 

Positieve (+) 

en 

Negatieve (-) 

Negatieve lenzen

In het midden dun

Aan de rand breed

Hebben een divergerende werking.

Positieve lenzen

Zijn aan de rand dun

In het midden breed

Hebben een brandpunt

Hebben een convergerende werking

Een reëel beeld 

Met een beamer, dia-project of vergrootglas maak je een vergroot beeld. 

Dit noemen we een reëel beeld

In de spiegel is een virtueel beeld.

Een reëel beeld tekenen

Werkblad - samen oefenen

Zelf oefenen

Maak - voor jezelf - 

3a: opdracht 12 blz. 45 (Klaar? opdracht 13)

3b: opdracht 6 blz. 43(klaar? opdracht 9)

Aan de slag! 3A

Opdracht: 1, 2, 3, 4, 7, 9, 10

Klaar? Lees de tekst van blz. 36 t/m 41

Aan de slag! 3B

Opdracht: 3, 5, 7, 9

Klaar? Lees de tekst van blz. 35 t/m 40

Afsluiten! Ik kan:

het verschil beschrijven tussen positieve en negatieve lenzen

beeld construeren met een positieve lens (tekenen)

de voorwerpafstand en beeldafstand opmeten in een tekening