Leesvaardigheid extreem weer

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 2

 2B Boeken op de bank, ga zitten op je vaste plek 

WELKOM 2C 

Kom rustig binnen 

Ga zitten op je mentorplek

Schrift + pen op de bank

29 leerlingen. 

Elaisa en Sophia uit elkaar. 

2A Kom rustig binnen, NL boeken op de bank  

Kom rustig binnen 

Ga zitten op je mentorplek

Boeken op de bank

29 leerlingen. 

Elaisa en Sophia uit elkaar. 

Leesvaardigheid extreem weer

Planning + leerdoelen:

•  Leesvaardigheid oefenen.
• Dit keer: de watersnoodramp. 
• In deze les leer je:
• Je oriënteren op een tekst. 
• Vragen beantwoorden over de tekst.

De Watersnoodramp vond plaats in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953. Door een zware storm in combinatie met springtij braken de dijken in Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant. Grote delen van deze provincies overstroomden, waardoor:

1.836 mensen omkwamen.

Ongeveer 100.000 mensen hun huis verloren.

Tienduizenden dieren verdronken en veel landbouwgrond onbruikbaar werd.

De ramp maakte pijnlijk duidelijk dat de Nederlandse waterbescherming niet goed genoeg was.

Welke maatregelen werden daarna genomen?

Na de ramp besloot de Nederlandse regering dat er ingrijpende verbeteringen nodig waren. Dit leidde tot het Deltaplan, met als belangrijkste maatregelen:

De Deltawerken – Een groot netwerk van dammen, stormvloedkeringen en dijken om Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant beter te beschermen. De bekendste is de Oosterscheldekering (afgerond in 1986).

Verhoging en versterking van dijken – Dijken werden verhoogd en verstevigd volgens de nieuwe veiligheidsnormen.

Deltawet (1958) – Een wet die bepaalde dat de waterveiligheid structureel verbeterd moest worden.

Verbetering van waarschuwingssystemen – Er kwamen betere voorspellingen en snellere communicatie bij dreigend hoogwater.

Opdracht 1 klassikaal 

• Bekijk de tekst, de foto en de titel. Wat is er op de foto te zien?
  
• Een monument ter herinnering aan de Watersnoodramp.
• De titel van het monument op de foto is : ‘Dubbeltje op zijn kant’. Ken je deze uitdrukking? Zo niet, zoek de betekenis op in het woordenboek. Zoek daarna op internet op wat het monument precies uitbeeldt en waar het te vinden is.

Opdracht 1 klassikaal 

•  De uitdrukking betekent: Iets dat maar op het nippertje goed gaat. Het monument laat een man zien, die zijn schip gebruikt om het gat in de dijk te dichten. Het monument staat in Nieuwerkerk aan den IJssel, waar dit echt zo gebeurd is.
• 2. Wat weet je van de Watersnoodramp? Schrijf hieronder drie dingen op

Vraag 2 moet makkelijk gaan aangezien ik ze ook al een video van de watersnood ramp heb laten zien. 

De Watersnoodramp vond plaats in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953. Door een zware storm in combinatie met springtij braken de dijken in Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant. Grote delen van deze provincies overstroomden, waardoor:

1.836 mensen omkwamen.

Ongeveer 100.000 mensen hun huis verloren.

Tienduizenden dieren verdronken en veel landbouwgrond onbruikbaar werd.

De ramp maakte pijnlijk duidelijk dat de Nederlandse waterbescherming niet goed genoeg was.

Welke maatregelen werden daarna genomen?

Na de ramp besloot de Nederlandse regering dat er ingrijpende verbeteringen nodig waren. Dit leidde tot het Deltaplan, met als belangrijkste maatregelen:

De Deltawerken – Een groot netwerk van dammen, stormvloedkeringen en dijken om Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant beter te beschermen. De bekendste is de Oosterscheldekering (afgerond in 1986).

Verhoging en versterking van dijken – Dijken werden verhoogd en verstevigd volgens de nieuwe veiligheidsnormen.

Deltawet (1958) – Een wet die bepaalde dat de waterveiligheid structureel verbeterd moest worden.

Verbetering van waarschuwingssystemen – Er kwamen betere voorspellingen en snellere communicatie bij dreigend hoogwater.

Opdracht 1 klassikaal 

• Lees de inleiding. Kies het goede antwoord.
  Uit de inleiding wordt duidelijk dat de tekst zal gaan over… 
• A de gevolgen van de Watersnoodramp. 
• B de oorzaken van de Watersnoodramp. 
• C het gebied dat onder water liep.

Vraag 2 moet makkelijk gaan aangezien ik ze ook al een video van de watersnood ramp heb laten zien. 

De Watersnoodramp vond plaats in de nacht van 31 januari op 1 februari 1953. Door een zware storm in combinatie met springtij braken de dijken in Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant. Grote delen van deze provincies overstroomden, waardoor:

1.836 mensen omkwamen.

Ongeveer 100.000 mensen hun huis verloren.

Tienduizenden dieren verdronken en veel landbouwgrond onbruikbaar werd.

De ramp maakte pijnlijk duidelijk dat de Nederlandse waterbescherming niet goed genoeg was.

Welke maatregelen werden daarna genomen?

Na de ramp besloot de Nederlandse regering dat er ingrijpende verbeteringen nodig waren. Dit leidde tot het Deltaplan, met als belangrijkste maatregelen:

De Deltawerken – Een groot netwerk van dammen, stormvloedkeringen en dijken om Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant beter te beschermen. De bekendste is de Oosterscheldekering (afgerond in 1986).

Verhoging en versterking van dijken – Dijken werden verhoogd en verstevigd volgens de nieuwe veiligheidsnormen.

Deltawet (1958) – Een wet die bepaalde dat de waterveiligheid structureel verbeterd moest worden.

Verbetering van waarschuwingssystemen – Er kwamen betere voorspellingen en snellere communicatie bij dreigend hoogwater.

Opdracht 1 klassikaal 

• Lees de inleiding. Kies het goede antwoord.
  Uit de inleiding wordt duidelijk dat de tekst zal gaan over… 
• A de gevolgen van de Watersnoodramp. 
• B de oorzaken van de Watersnoodramp. 
• C het gebied dat onder water liep.

Opdracht 1 klassikaal 

• Lees ook de tussenkopjes. Wat zijn de drie hoofdoorzaken van de Watersnoodramp, denk je?
  
•  Het weer (+ springtij)
• De dijken
• Gebrekkige communicatie. 

Iedereen de beurt geven. Klassikaal lezen. 

Springtij is een periode waarin het verschil tussen eb en vloed extra groot is. Dit gebeurt wanneer de zon, maan en aarde op één lijn staan, waardoor de zwaartekracht van de zon en maan elkaar versterken.

🌕 Bij volle maan en nieuwe maan trekt de maan extra sterk aan het water, waardoor de vloed hoger is dan normaal en de eb lager.

🔄 Ongeveer elke twee weken komt springtij voor, afhankelijk van de maancyclus.

Bij storm kan springtij extra gevaarlijk zijn, zoals bij de Watersnoodramp van 1953, waar een zware noordwesterstorm samenviel met springtij, waardoor het water extreem hoog kwam te staan.

Individueel in stilte 

Maak opdracht 2

Je mag niet overleggen. 

Eerder klaar? ga verder met opdracht 3A. 

Hierna in tweetallen nakijken. 

B1 Het duo Ratchet & Clank bestaat al sinds 2002.

B2 De openingsscène is een feest waarin Ratchet & Clank worden geëerd

. B3 De game lijkt op een film van Pixar met goed geschreven dialogen en opmerkingen.

B4 Het grafische niveau in de gameplay is indrukwekkend en slechts een kleine stap terug in vergelijking met de tussenscènes.

B5 De capaciteit wordt ten volle benut, het is overweldigend en leuk om naar te kijken.

Nakijken!

Vergelijk nu met je buurman/buurvrouw je antwoorden. 

5 minuten. 

Hierna klassikaal. 

B1 Het duo Ratchet & Clank bestaat al sinds 2002.

B2 De openingsscène is een feest waarin Ratchet & Clank worden geëerd

. B3 De game lijkt op een film van Pixar met goed geschreven dialogen en opmerkingen.

B4 Het grafische niveau in de gameplay is indrukwekkend en slechts een kleine stap terug in vergelijking met de tussenscènes.

B5 De capaciteit wordt ten volle benut, het is overweldigend en leuk om naar te kijken.

Antwoorden opdracht 2 

1. In de nacht van 31 januari op 1 februari stroomden delen van Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant vol water.
2. A) De depressie begon op 29 januari ten westen van Schotland, bereikte 30 januari Engeland en kwam op 31 januari boven de Noordzee.                    B) Er ontstond een storm met windkracht 11 tot 12 en zware windstoten.    C) De storm duurde heel lang.
3. De voortdurende storm en het springtij zorgden voor extreem hoog water.

Antwoorden opdracht 2 

4. Als zon, maan en aarde in één lijn staan, is het springtij.

5. (1) Tijdens de Tweede Wereldoorlog is er weinig onderhoud gepleegd aan de dijken.

(2) Aan het einde van de oorlog zijn veel dijken expres doorgestoken.

6. A) Er was alleen radio, en er waren brandweersirenes en kerkklokken

B) De radio-uitzendingen stopten na middernacht.
De sirenes en kerkklokken waren door het lawaai van de storm nauwelijks te horen.

7. C

Aan de slag

Klassikaal de opdracht lezen.

In tweetallen opdracht 3A maken. 

Rustig overleggen.  

B1 Het duo Ratchet & Clank bestaat al sinds 2002.

B2 De openingsscène is een feest waarin Ratchet & Clank worden geëerd

. B3 De game lijkt op een film van Pixar met goed geschreven dialogen en opmerkingen.

B4 Het grafische niveau in de gameplay is indrukwekkend en slechts een kleine stap terug in vergelijking met de tussenscènes.

B5 De capaciteit wordt ten volle benut, het is overweldigend en leuk om naar te kijken.

Antw. opdracht 3A

1B klassikaal bespreken. 

Leesvaardigheid extreem weer

Planning + leerdoelen:

•  Leesvaardigheid watersnoodramp. 
• Vorige les: Georiënteerd op de tekst + vragen beantwoord. 
• In deze les leer je:
• Oefenen met woordbetekenissen en uitdrukkingen
• Oefenen met verwijswoorden en werkwoordstijden

Hoever zijn jullie met opdracht 3A?

In tweetallen opdracht 3A maken. 

Rustig overleggen.  

Hierna klassikaal nakijken. 

B1 Het duo Ratchet & Clank bestaat al sinds 2002.

B2 De openingsscène is een feest waarin Ratchet & Clank worden geëerd

. B3 De game lijkt op een film van Pixar met goed geschreven dialogen en opmerkingen.

B4 Het grafische niveau in de gameplay is indrukwekkend en slechts een kleine stap terug in vergelijking met de tussenscènes.

B5 De capaciteit wordt ten volle benut, het is overweldigend en leuk om naar te kijken.

Verwijswoorden 

• Wat waren verwijswoorden ook al weer? 
  
• Waarom staan er in een tekst verwijswoorden? 
  

Het woord ‘Ze’ is een verwijswoord, want het verwijst naar Saskia. Het is dezelfde persoon.

Het woord ‘die’ verwijst hier naar ‘de grijze poes’ en niet alleen naar ‘poes’.

Tenslotte is het prettig als je weet hoe je verwijswoorden gebruikt, zodat je je tekst leuker en beter leesbaar maakt.

Verwijswoorden 

Verwijswoorden verwijzen terug naar iets wat eerder genoemd is, of wijzen vooruit naar
iets wat kort daarna genoemd wordt. Op die manier voorkomen ze herhaling van dezelfde
woorden.

Het woord ‘Ze’ is een verwijswoord, want het verwijst naar Saskia. Het is dezelfde persoon.

Het woord ‘die’ verwijst hier naar ‘de grijze poes’ en niet alleen naar ‘poes’.

Tenslotte is het prettig als je weet hoe je verwijswoorden gebruikt, zodat je je tekst leuker en beter leesbaar maakt.

Aan de slag!

Maak opdracht 3B. 

Individueel in stilte.

Je mag niet overleggen. 

Eerder klaar? Maak opdracht 5. 

Klassikaal nakijken opdracht 3B

1.  Dit gebied  --> de depressie. (r.15)
2. Dan --> Als zon, maan en aarde in een lijn staan / bij springtij 
3. Niet eens zo’n hoge --> Springvloed (r.39)
4. Daar --> Extreem hoog water (r.41), gemiddeld drie meter hoger dan normaal.(r.43)
5. Deze groene dijken --> veel dijken die niet echt sterk genoeg zijn.

Klassikaal nakijken opdracht 3B

• 7. Hierdoor --> Doordat veel dijken expres zijn doorgestoken in de Tweede Wereldoorlog.
  
• 8. Daar --> (van de) brandweer sirenes of kerkklokken (r.64)
• 9. Hen --> Mensen die in verafgelegen boerderijen wonen.(r.67)

Klassikaal nakijken opdracht 3B.B

•  Zorgen --> zorgden. 
•  Komt --> kwam. 
•  Is --> was. 
•  Daar --> waren. 

Video kijken + schrijfverslag

Schrijf een kort verslag van wat je ziet (dus een doorlopende tekst). Ga in je verslag ook in op de volgende vragen:

•  Waarom wordt deze vrouw geïnterviewd? 
• Over welke datum spreekt ze? 
• Hoe oud was zij toen? 
• Wat gebeurde er die avond en nacht? 
• Hoe werd ze gered?  Wat is de functie van de zwart-witfragmenten in het filmpje?
  

 Schrijfverslag

Schrijf individueel in stilte je verslag. 

10 minuten in stilte --> daarna overleggen.

Eerder klaar? maak de evaluatie (opdracht 5)  

• Hierna wissel je en lees je het verslag van je 
  

buurman/buurvrouw.

• Breng verbeterpunten in dat verslag aan. 
  

 Evaluatie