De Kringloop van Water

De Kringloop van Water

Leerdoel

Aan het einde van de les kun je de kringloop van water beschrijven en verklaren. Je kunt onderscheid maken tussen de korte en lange kringloop van water en de drie vormen van water benoemen.

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen kunnen.

Wat weet je al over de kringloop van water?

Wat is de kringloop van water?

De kringloop van water is het continue proces waarin water van de aarde verdampt, condenseert, neerslaat en weer terugkeert naar de aarde.

Leg kort uit wat de kringloop van water inhoudt.

Verdamping

Verdamping is wanneer water door warmte verandert in waterdamp en opstijgt in de lucht.

Beschrijf wat verdamping is en geef een voorbeeld.

Condensatie

Condensatie is wanneer waterdamp afkoelt en weer verandert in vloeibaar water, zoals wolken of mist.

Leg uit wat condensatie is en hoe het plaatsvindt.

Neerslag

Neerslag is wanneer gecondenseerd water in de vorm van regen, sneeuw of hagel terug naar de aarde valt.

Beschrijf wat neerslag is en geef voorbeelden.

Smelten

Smelten is wanneer bevroren water, zoals ijs of sneeuw, weer verandert in vloeibaar water.

Leg uit wat smelten is en hoe het plaatsvindt.

Vormen van water

De drie vormen van water zijn vloeibaar (water), vast (ijs/sneeuw) en gasvormig (waterdamp).

Leg uit wat de drie vormen van water zijn en hoe ze zich onderscheiden.

Korte kringloop

De korte kringloop van water verwijst naar het proces waarbij water verdampt, condenseert en neerslag vormt. Dit vindt plaats binnen een korte tijdsperiode.

Beschrijf wat de korte kringloop is en hoe het verschilt van de lange kringloop.

Lange kringloop

De lange kringloop van water omvat het transport van water over grote afstanden, zoals van de oceanen naar het land en terug. Dit kan langere tijd duren.

Leg uit wat de lange kringloop is en geef voorbeelden van hoe water over grote afstanden wordt getransporteerd.

Samenvatting

Tijdens deze les hebben we geleerd over de kringloop van water, de drie vormen van water en het verschil tussen de korte en lange kringloop. Denk na over hoe water continu verandert en van de aarde naar de atmosfeer en weer terug stroomt.

Vat samen wat er in de les is behandeld en benadruk het belang van de kringloop van water.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.