What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Quiz 4.6 en 4.7
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Bedrijfseconomie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4,5
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
10 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat betekent de afkorting KvK?
A
Kamer van Kooplieden
B
Kamer van Kopers
C
Kamer van Koopwaar
D
Kamer van Koophandel
Slide 2 - Quiz
Wanneer je een bedrijf begint met een partner en beide partners hebben evenveel rechten en plichten. Welke rechtsvorm begin je dan?
A
VOF
B
eenmanszaak
C
NV
D
CV
Slide 3 - Quiz
Bij welke ondernemingsvorm is de directeur in loondienst?
A
Eenmanszaak
B
VOF
C
CV
D
BV
Slide 4 - Quiz
Het voortbestaan van een eenmanszaak is afhankelijk van de eigenaar
A
Juist
B
Onjuist
Slide 5 - Quiz
Eenmanszaken zijn altijd kleine ondernemingen
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Door de risico's die de eigenaar van een eenmanszaak loopt zijn er maar weinig mensen die kiezen voor het starten van een eenmanszaak
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Als een eenmanszaak failliet gaat is de eigenaar van de onderneming
A
het geïnvesteerde geld in de onderneming kwijt
B
het geïnvesteerde geld in de onderneming kwijt. Ook wordt hij op zijn privé-vermogen aangesproken
Slide 8 - Quiz
Als een BV of NV failliet gaat is de eigenaar van de onderneming
A
het geïnvesteerde geld in de onderneming kwijt
B
het geïnvesteerde geld in de onderneming kwijt. Ook wordt hij op zijn privé-vermogen aangesproken
Slide 9 - Quiz
Je bent persoonlijk aansprakelijk bij een...
A
BV en VOF
B
Eenmanszaak en VOF
C
Eenmanszaak en BV
D
VOF en NV
Slide 10 - Quiz
Wat zijn volgens jullie verschillen tussen een bv en een nv?
Slide 11 - Mind map
Een Commissaris bij een NV
A
Geeft advies aan de Raad van Bestuur
B
is Commissaris van de Koning
C
Houdt toezicht op de dagelijkse gang van zaken binnen de NV
D
doet recherchewerk
Slide 12 - Quiz
Timmerman is een beroep in de primaire sector.
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quiz
Welke beroepen kom je tegen in de tertiaire sector?
A
kapper
B
boer
C
taxichauffeur
D
lopende band medewerker
Slide 14 - Quiz
Industrie is een onderdeel van de secundaire sector.
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quiz
Wat hoort niet thuis in de quartaire sector?
A
ziekenhuis
B
brandweer
C
school
D
bank
Slide 16 - Quiz
Noem zoveel mogelijk verschillen tussen een eenmanszaak en een BV
Slide 17 - Mind map
Noem zoveel mogelijk beroepen in de tertiaire sector.
Slide 18 - Mind map
More lessons like this
5.2 Waar kun je werken?
October 2018
- Lesson with
42 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
5.2 Waar kun je werken?
November 2018
- Lesson with
38 slides
by
Eieren voor je geld
Economie
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Eieren voor je geld
Quiz 4.6 en 4.7
January 2023
- Lesson with
15 slides
Economie
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3
5.2 - Waar kun je werken
January 2022
- Lesson with
35 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 3
M3 H5.2
September 2022
- Lesson with
11 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
4.1 - Werk je voor loon of voor winst?
November 2022
- Lesson with
26 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
Ondernemingsvormen
January 2019
- Lesson with
27 slides
by
Economics
Economie
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Economie voor vmbo
5.2 - Waar kun je werken? (deel 1)
January 2022
- Lesson with
29 slides
Economie
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3