Beeldspraak tweede klas

BEELDSPRAAK
Vergelijking, metafoor, personificatie.

Je weet inmiddels wat beeldspraak inhoudt. In deze les leer je er nog meer over, maar dan vooral over het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik. Aan het eind van deze les vind je een opdracht bij een fragment. Deze opdracht lever je vrijdag 20 maart a.s. in. Via SOM.
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

BEELDSPRAAK
Vergelijking, metafoor, personificatie.

Je weet inmiddels wat beeldspraak inhoudt. In deze les leer je er nog meer over, maar dan vooral over het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik. Aan het eind van deze les vind je een opdracht bij een fragment. Deze opdracht lever je vrijdag 20 maart a.s. in. Via SOM.

Slide 1 - Slide

In de zin "Zij is een koele kikker"
is gebruik gemaakt van beeldspraak.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 2 - Quiz

Als iemand zegt:
"Hij spring een gat in de lucht",
dan is dat letterlijk bedoeld.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 3 - Quiz

In spreekwoorden en uitdrukkingen komt veel figuurlijk taalgebruik voor,
in verhalen en poëzie niet.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 4 - Quiz

Beeldspraak is altijd figuurlijk.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 5 - Quiz

Letterlijk of figuurlijk?
Die man heeft een gat in zijn hand, zoveel geld geeft hij uit.
A
LETTERLIJK
B
FIGUURLIJK

Slide 6 - Quiz

Letterlijk of figuurlijk?
Het kind viel en had een gat
in zijn hoofd.
A
LETTERLIJK
B
FIGUURLIJK

Slide 7 - Quiz

Letterlijk of figuurlijk?

Er zit een gat in je kies.
A
LETTERLIJK
B
FIGUURLIJK

Slide 8 - Quiz

Letterlijk of figuurlijk?
Zij sprong een gat in de lucht na het horen van de uitslag.
A
LETTERLIJK
B
FIGUURLIJK

Slide 9 - Quiz

Bekijk de volgende videoclip
en luister goed naar de tekst.

Over de tekst worden daarna vragen gesteld.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video


Toen ik merkte dat jij nieuwe schoenen zocht

heb ik de mijne snel gekocht 

Ze zitten beter dan die oude, lieve schat 

Ik ben niet doof en ook niet blind, 

ik zag allang dat jij hem leuker vindt

Dus heb ik in het geheim jouw plannetje gejat

Slide 12 - Slide

In de eerste drie regels van het eerste couplet wordt gesproken over nieuwe schoenen. Dit is ..
A
letterlijk bedoeld
B
figuurlijk bedoeld

Slide 13 - Quiz

"Toen ik merkte dat jij nieuwe schoenen zocht, heb ik de mijne snel gekocht."

Over welk spreekwoord gaat dit?
A
Hij heeft de stoute schoenen aangetrokken.
B
Hij heeft haar iets in de schoenen geschoven.
C
Je moet geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt.
D
De moed is hem in de schoenen gezonken.

Slide 14 - Quiz


Toen jij me buiten wilde sluiten
had ik mijn koffer al gepakt
Je kent me net niet goed genoeg
Toen jij het wiel uit wilde vinden
zat ik al lachend op de fiets
een nieuw leven tegemoet

Slide 15 - Slide

In het tweede couplet staat:
"Toen jij het wiel uit wilde vinden, zat ik al lachend op de fiets" Dit is ..
A
letterlijk bedoeld
B
figuurlijk bedoeld

Slide 16 - Quiz

Wat is de betekenis van de uitdrukking

"Het wiel opnieuw uitvinden"
A
Gaan lopen terwijl je beter kunt gaan fietsen.
B
Iets doen waarvan je weet dat het niet gaat lukken.
C
Iets heel belangrijks ontdekken.
D
Iets doen wat iemand anders al gedaan heeft.

Slide 17 - Quiz


Na een week checkte ik voor het eerst mijn telefoon
maar die deed het nog gewoon
Ik had geen mail of sms van jou gezien
Ik ben niet boos, ik vind het goed
ik wil alleen wel weten wat je doet
Of je ’s nachts huilend op je kussen ligt misschien

Slide 18 - Slide

In het derde couplet staat:
"Na een week checkte ik voor het eerst mijn telefoon,
maar die deed het nog gewoon.
Ik had geen mail of sms van jou gezien"
Dit is...
A
letterlijk bedoeld
B
figuurlijk bedoeld

Slide 19 - Quiz


Nog voor jij vrienden wilde blijven
had ik mijn schepen al verbrand
'als het dan toch', dan maar meteen
Nog voor jij zuchten kon van sorry
en van 't was echt niet zo bedoeld
Had ik mijn rijk weer eens alleen

Slide 20 - Slide

Wat is de betekenis van de uitdrukking

"Zijn schepen achter zich verbranden"
A
Een beslissing nemen en niet meer terug kunnen.
B
Ruzie maken met vrienden waar je later spijt van hebt.
C
Een beslissing nemen terwijl je twjfelt
D
Niet netjes met je spullen omgaan.

Slide 21 - Quiz

In couplet 4 staat:
"Nog voor jij vrienden wilde blijven
had ik mijn schepen al verbrand"
Dit is..
A
letterlijk bedoeld
B
figuurlijk bedoeld

Slide 22 - Quiz

Lees het fragment 'Verraad' van Sarah Faber.
De link naar dat verhaal vind je in de volgende slide.

Lees eerst de inleiding, daarna klik je de link 'Naar de sneak preview' aan. 

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Opdracht bij 'Verraad'
1. Noteer tien voorbeelden van beeldspraak en leg uit wat de verteller met die beeldspraak wil zeggen.
2. Wat is je eerste indruk van dit verhaal? Wil je verder lezen? Waarom wel/niet? Leg uit.
3. Tot slot (bonus): ben je toevallig nog een vorm van intertekstualiteit tegen gekomen? Noteer de intertekstualiteit, leg uit  waarom jij vindt dat het intertekstualiteit is.

Slide 25 - Slide

Inleveren opdracht bij 'Verraad'
1. Lever je opdracht weer in via SOM.
2. Inleveren kan vrijdag 23 maart a.s. tussen 13.45 en 14.30 uur.
3. De opdracht maak je in word. Let ook op spelling, zinsbouw, interpunctie, gebruik van hoofdletters en duidelijke formulering.
4. Je krijg een cijfer voor deze opdracht. Deze telt 1x mee.
4. Bij vermoeden van plagiaat/fraude krijg je een 1. Dit is niet herkansbaar.

Slide 26 - Slide