2havo les 16 - Oefenen PWW en aantekeningen maken

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welkom

Nederlands

Terugblik

- Engelse Leenwoorden:
PV TT - lopen
PV VT - KFSCHPTX
VD - KFSCHPTX

- Variatie Zinsbouw
OPA

Doelen

1. Bespreken PWW
Doe mee, maak eventueel aantekeningen

2. De brug

Oefen extra!

3. Lezen in een boek 

4. Aantekeningen maken

Je hebt een beeld van het ontstaan van televisie.

Oefenen PWW

Lezen:
H1 Hoofdzaken en Bijzaken
Waar kun je die vinden? Verschil tussen hoofdzaak en kernzin?

H2: Verbanden en signaalwoorden
Ander woord voor samenhang?
Welke verbanden zijn er?

Oefenen PWW

Woordenschat
H1: Vergelijking
Een schat van een meid

H2: Metafoor en personificatie
BIJNA ALTIJD METAFOOR
Aan de voet van de berg

Metafoor - Personificatie - Vergelijking?

1. Ik ben aan het bloeden als een rund.

2. Karel kreeg op zijn 15e de baard in de keel.

3. De engel van hiernaast heeft ons veel geholpen met de brand in de schuur.

4. Onze tuin snakt naar regen.

5. Na het slechte bericht van de arts stak mijn vader zijn kop in het zand.

Oefenen PWW

Formuleren
Wanneer is het mannelijk?
Wanneer is het vrouwelijk?
de - deze - die

het - dit - dat
bijv. het bedrijf >>
bijv. de auto >>

Oefenen PWW

Formuleren: Variatie in zinsbouw

A= Ander zinsdeel
P= Persoonsvorm

O= Onderwerp

Gebiedende wijs?

Oefenen PWW

Spelling

Hoofdletters en leestekens!

Komen de  woorden van het Engels of Frans?

 trottoir - (Nederlands) .....
... (leenwoord) - scoren

Oefenen PWW

Spelling Werkwoorden

Noteer de juiste werkwoordsvorm TT

(branden) Je ..... het aanmaakblokje eerst en daarna de houtskool.

Spelling Engelse werkwoorden

(hobbyen) Hij .... er op los.

De brug

1. Formuleren - Formuleren

Opdracht 1 tot en met 4

2. Spelling - Spelling
Opdracht 1 en 2

3. Spelling - Spelling werkwoorden

Opdracht 1, 2, 3

4. Grammatica - zinsdelen

opdracht 1 en 2

Lezen

Kijken en luisteren

aantekeningen maken

Waarom botsen spreeuwen in de lucht niet tegen elkaar?

Wie legt het uit? Spiekbriefje?

Aantekeningen maken

Zo maak je aantekeningen

• Noteer het onderwerp.

• Schrijf de belangrijkste informatie op in steekwoorden.

• Noteer de informatie schematisch met behulp van de signaalwoorden.

• Gebruik symbolen als streepjes, cijfers of letters voor opsommingen en pijltjes voor verbanden (bijvoorbeeld: oorzaak → gevolg; voordelen ↔ nadelen).

• Gebruik afkortingen zoals bv. (bijvoorbeeld).

Maken:

1, 2, 3, 4, 5

Huiswerk

Leesboek meenemen