This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Begintaak Schrijf op wat jij weet van hormonen
Slide 1 - Mind map
Waarnemen en reageren
4.1 Waarnemen
4.2 Zien en horen les 2
4.3 Proeven, ruiken, voelen
4.4 Zenuwstelsel
4.5 Reageren door impulsen
4.6 Reageren door hormonen
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
In de context staat: ‘In een vlaag van paniek beet hij in het beest.’ Is het bijten een bewuste reactie of een reflex?
Slide 4 - Open question
Leerdoelen
Je kunt beschrijven wat een hormoon doet en waar hormonen gemaakt worden.
Je kunt het verschil uitleggen tussen de werking van een hormoonklier en een gewone klier.
Je kunt in de afbeelding de belangrijkste hormoonklieren van een mens benoemen en hun werking beschrijven.
Slide 5 - Slide
Werking Hormonen
Hersenen regelen werking van alle organen. Ze sturen op twee manieren 'berichten' naar de organen.
Met het zenuwstelsel: impulsen worden via zenuwcellen naar de organen (b.v. spieren)
Met hormonen: hormonen zijn (regel)stofjes. Deze worden gemaakt in hormoonklieren, afgegeven aan het bloed. Via bloed komen de hormonen bij de organen.
Slide 6 - Slide
Hormoonklieren
Het hormoonstelsel bestaat uit een aantal hormoonklieren.
Hypofyse
Schildklier
Bijnieren
Eilandjes van Langerhans
Testes/ovaria
Slide 7 - Slide
Hypofyse
De hypofyse is een hormoonklier in de hersenen
Het maakt het groeihormoon
De hypofyse beïnvloedt andere hormoonklieren (zoals de geslachtsorganen)
Slide 8 - Slide
Belangrijkste hormoonklieren
Slide 9 - Slide
Wat is de functie van hormonen?
A
Hormonen verwerken de impulsen die afkomstig zijn van spiercellen
B
Hormonen zorgen voor het voedsel van het hormoonstelsel
C
Hormonen zorgen voor snelle reacties op prikkels
D
Hormonen regelen de werking van weefsels en organen die er gevoelig voor zijn.
Slide 10 - Quiz
Hormoonklieren kun je onderscheiden van de andere klieren in het lichaam.
Bekijk de afbeelding hiernaast.
Welke klier is een hormoonklier?
A
afbeelding 1
B
afbeelding 2
Slide 11 - Quiz
Ga naar opdracht 7 op bladzijde 68 in je boek. Is de tweede afbeelding een speekselklier of een hormoonklier?
Slide 12 - Open question
De toets gaat over 4.1 t/m 4.6. Hoe lang van tevoren begin jij met leren?