Zwangerschap

1 / 34
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Wat is de juiste volgorde in de embryonale ontwikkeling?
A
zygote -> foetus -> embryo
B
zygote -> embryo -> foetus
C
foetus -> zygote -> embryo
D
Embryo -> zygote -> foetus

Slide 10 - Quiz

Via welk onderdeel krijgt het embryo zuurstof en voedingsstoffen?
A
Navelstreng
B
Placenta
C
Baarmoeder
D
Vruchtvliezen

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Welke stoffen gaan vanuit de foetus naar de moeder toe?
A
Koolstofdioxide
B
Zuurstof
C
Water
D
Voedingsstoffen

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Dag 1
Week 1- week 8
Week 40
12 dagen na de bevruchting
Week 8 - week 40
Week 2
bevruchting
embryo
foetus
innestelling
geboorte

Slide 17 - Drag question

Een eeneiige tweeling heeft hetzelfde genotype.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

In de afbeelding is het ontstaan van twee tweelingen schematisch weergegeven.
De kinderen 2 en 3 zijn jongens.
Weet je van de andere babies of ze jongen of meisje zijn?
A
Bij tweeling A wel. Bij tweeling B niet.
B
Bij tweeling A en B wel.
C
Bij tweeling A niet. Bij tweeling B wel.
D
Bij tweeling A en B niet.

Slide 21 - Quiz

Vruchtwater
Baarmoeder
Navelstreng
Placenta

Slide 22 - Drag question

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Wat is de functie van een navelstreng

Slide 25 - Open question

Noem drie fases van de geboorte

Slide 26 - Open question

Wat is de nageboorte?
A
Een miskraam
B
De placenta
C
De foetus
D
De embryo

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Als een zwangerschap voldragen is dan noemen we dat
A
préterme
B
matuur
C
á terme
D
serotien

Slide 30 - Quiz

Tijdens de zwangerschap neemt het bloedvolume van de zwangere toe met
A
5 tot 10 %
B
8 tot 12 %
C
12 a 15%
D
20 tot 30 %

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Wat heb je geleerd in deze les?

Slide 34 - Mind map