Om relativistische wereldlijnen goed zichtbaar te kunnen weergeven in een ruimtetijd-diagram, vermenigvuldig je de eenheid van de tijd-as met de lichtsnelheid
c.
Op de tijd-as krijg je dan c·t, met als eenheid:
Houdt er rekening mee dat dit nog steeds te beschouwen is als een tijd-as! Elke tijd is nu eenmaal vermenigvuldigd met c, dus de grootheid c·t kan je zien als zijnde tijd met een constante vermenigvuldigt, dus nog steeds een vorm van tijd.
Voor een foton dat vanuit de oorsprong in positieve richting beweegt, geldt:
Dus waarden van x en ct zijn dus gelijk aan elkaar. De wereldlijn van een foton is dus een rechte lijn door de oorsprong onder een hoek van 45°. Het gebied tussen de wereldlijnen van beide fotonen noemen we de lichtkegel van de waarnemer in de oorsprong.