1a/b - 16may

 Today





  • Discuss the Mock Test
  • Explain grammar: 
       -  Questions with 'to be' 
       -  Questions with 'to have got'
  • Exercises about questions + can/could. 

At the end of this class, you ...
  • Can make sentences to talk and ask questions about looks and personaloity
  • Know how to make questions with 'to be' and 'to have got'
  • Practiced with making plurals in English
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

 Today





  • Discuss the Mock Test
  • Explain grammar: 
       -  Questions with 'to be' 
       -  Questions with 'to have got'
  • Exercises about questions + can/could. 

At the end of this class, you ...
  • Can make sentences to talk and ask questions about looks and personaloity
  • Know how to make questions with 'to be' and 'to have got'
  • Practiced with making plurals in English

Slide 1 - Slide

Let's practise!
At the end of this lesson, you know

- Ik weet het verschil tussen can + could. 
- Ik kan het verschil tussen can + could toepassen in zinnen.
- Ik weet hoe ik vraagzinnen maak met to be + to have got

Slide 2 - Slide

Grammar: can/could
  • can = kan/kunnen (in staat zijn)
  1. vraagt toestemming. 
  2. zegt dat iets mogelijk is. 
  3. doet een verzoek. 
  • could = verleden tijd van ...?
  1. beleefdheidsvorm. 
  2. onbekend persoon vragen om een verzoek. 
+

Slide 3 - Slide

Fill in the gap:
Hello madame, _________ you tell me where the toilets are?
A
can
B
can't
C
could

Slide 4 - Quiz

Fill in the gap:
My dog _______ do some really cool tricks!
A
can
B
can't
C
could

Slide 5 - Quiz

Creëer voor elke foto een zin en maak gebruik van of can of could

Slide 6 - Slide

Creëer voor elke foto een zin en maak gebruik van of can of could.

Slide 7 - Open question

vragen met to be
Het werkwoord to be bestaat uit: am / are / is (grammatica 1) 

 Als er een vorm van to be in de zin staat, maakt je een vraagzin door de persoonsvorm en het onderwerp om te draaien. 
De rest van de zin blijft hetzelfde. 

                                           Jack is funny --> Is Jack funny?

Slide 8 - Slide

vragen met to have got
To have got kan in een zin staan als have got of has got .
Hier draaien de de persoonsvorm en het onderwerp om, maar let op! Got blijft op zijn eigen plek!
De rest van de zin blijft gelijk.

              He has got blond hair. --> Has he got blond hair?

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

           Quizizz
1. Questions with 'to be'
and 'to have got'
2. Plurals


Slide 11 - Slide

Maak een vraagzin:
His new bike is fantastic.

Slide 12 - Open question

Maak een vraagzin:
The trees have got taller lately.

Slide 13 - Open question

EXERCISES
1. What? Lees de uitleg in het boek + maak opdr. op p. 199 + p.234 + p.232. 
2. Done? Loop naar de instructietafel + bedenk waar je nog moeite mee hebt. 


Slide 14 - Slide

Exit Ticket
3 things you've learned today. 
2 words + chuncks you've learned today. 
1 question you still have. 

Slide 15 - Slide